Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Concept sociaal plan [wijknaam](hierna: het Concept sociaal plan) mee. Daarin staat, voor zover relevant in deze procedure, het volgende op pagina 23 opgenomen:
Verhuiskostenvergoeding
Graag wil ik het huurcontract beëindigen op de eerstvolgende beschikbare datum.” [betrokkene] is op 10 september 2022 naar een andere woning verhuisd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
noodzakelijkis in verband met een voorgenomen renovatie. [2] Daar was in dit geval geen sprake van. Op het moment dat [betrokkene] uit de woning vertrok, was bijvoorbeeld nog niet duidelijk wanneer de renovatie van start zou gaan en de woning dus leeg moest zijn. Sterker nog, tijdens de mondelinge behandeling heeft Stadgenoot onweersproken naar voren gebracht dat de startdatum zelfs nu nog niet bekend is. Dat de verhuizing van [betrokkene] niet noodzakelijk was in voornoemde zin, blijkt bovendien uit het feit dat er na zijn vertrek nog een nieuwe huurder met een regulier huurcontract in de woning is komen wonen.
concept, is daarbij het volgende van belang. Met Stadgenoot is de kantonrechter van oordeel dat uit het Concept sociaal plan duidelijk blijkt dat die verhuiskostenvergoeding alléén zou kunnen worden uitgekeerd als de gemeente – kort gezegd – zou meewerken. Stadgenoot heeft ter zitting toegelicht dat die medewerking nodig was om ervoor te kunnen zorgen dat een woning niet onnodig lang zou leegstaan. Uit het Concept sociaal plan volgt namelijk dat het de bedoeling was dat een (reguliere) huurder die vrijwillig binnen drie jaar voor de start van de renovatie zou vertrekken, een verhuiskostenvergoeding zou kunnen krijgen. Maar om te voorkomen dat de woning vervolgens drie jaar zou leegstaan, diende die woning dan tot aan het moment van de daadwerkelijke renovatie wel tijdelijk verhuurd te kunnen worden op grond van de Leegstandswet. En dat kon alleen als de gemeente zou meewerken. Het staat vast dat die medewerking ontbreekt.