Op 27 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Ierland op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot behandeling van het EAB werd ingediend door de officier van justitie op 6 december 2024. Het EAB was uitgevaardigd op 8 november 2024 door de Ierse justitiële autoriteit en strekte tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 1990, die gedetineerd was in Nederland.
De behandeling van het EAB vond plaats op 5 februari 2025, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. K. Moussaoui. Tijdens deze zitting werd abusievelijk de termijn voor de uitspraak verlengd. Op 19 februari 2025 werd de behandeling heropend en geschorst in afwachting van toestemming tot verderlevering van de uitvoerende justitiële autoriteit in Duitsland. Deze toestemming werd op 28 februari 2025 verleend door het Hoger Regionaal Gerechtshof in München.
De rechtbank heeft op 27 maart 2025 de behandeling voortgezet en vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW). Er stonden geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg. De rechtbank heeft daarom de overlevering van de opgeëiste persoon aan Ierland toegestaan. De uitspraak is gedaan door mr. R.A. Sipkens, voorzitter, en mrs. E. de Rooij en D.M.S. Gribling, rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.