25.2In alle gevallen waarin (ver)huurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan (ver)huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen (ver)huurder om deze tot nakoming van de huurovereenkomst of huurder tot ontruiming te dwingen, is (ver)huurder verplicht alle daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte – met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechtelijke beslissing door (ver)huurder te betalen proceskosten – aan (ver)huurder te voldoen, voor zover op de vergoeding van die kosten de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en het Besluit incassokosten niet van toepassing is.
14. Het beding in artikel 25.2 van de algemene voorwaarden over buitengerechtelijke incassokosten wijkt ten nadele van de consument af van de wettelijke regeling (artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten). Er wordt van uitgegaan dat de huurder (in beginsel) verplicht is om alle kosten te betalen die door de eisende partij zijn gemaakt door het niet nakomen van de huurovereenkomst. Dit kan ertoe leiden dat onbeperkte kosten voor rekening van de consument komen en dit kan meer zijn dan wettelijk is toegestaan. Het beding over de buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom op voorhand als oneerlijk aangemerkt.
15. Ook het beding in artikel 11.2 van de huurovereenkomst dat ziet op het opleggen van een boete moet naar het oordeel van de kantonrechter op voorhand als oneerlijk worden aangemerkt. Op basis van dit beding kan eiseres een boete opleggen bij niet tijdige betaling van de huurprijs. Deze boete is een gefixeerde schadevergoeding vanwege niet tijdige betaling en treedt daarmee in de plaats van de wettelijke rentebepalingen. Het beding maakt het eiseres mogelijk om aan gedaagde een boete op te leggen bij niet tijdige betaling van een geldsom, die veel hoger is dan de verschuldigde wettelijke rente. Weliswaar is de boete gemaximeerd, maar in verhouding tot de verschuldigde wettelijke rente is de limiet buiten proportioneel hoog. Deze omstandigheid maakt dat het evenwicht tussen partijen aanzienlijk is verstoord, in het nadeel van gedaagde.
16. De kantonrechter is gelet op het voorgaande dan ook voornemens om de hiervoor geciteerde bedingen te vernietigen vanwege hun oneerlijke karakter. Alvorens daartoe over te gaan, wordt eiseres in de gelegenheid gesteld zich bij akte over dat voornemen en de eventuele gevolgen voor de vordering uit te laten.
17. De zaak wordt daartoe verwezen naar de hieronder genoemde rol.
18.
Eiseres dient een kopie van haar akte, inclusief dit vonnis, ten minste twee weken vóór de hierna te bepalen rolzitting aan de gedaagde toe te sturen. Daarbij dient eiseres aan gedaagde mee te delen dat gedaagde op die akte mag reageren of daarvoor uitstel mag vragen, en op welke wijze dat kan: mondeling door verschijning op de rolzitting of schriftelijk, in welk geval dit stuk uiterlijk op de laatste werkdag voorafgaand aan de rolzitting door de rechtbank moet zijn ontvangen.Eiseres dient in dat kader niet alleen de akte, maar ook de hiervoor bedoelde mededeling/brief aan gedaagde in het geding te brengen. Wanneer niet kan worden vastgesteld dat de akte tijdig en met de juiste mededeling aan gedaagde is toegestuurd, wordt deze akte in beginsel buiten beschouwing gelaten.
19. Eiseres dient in het vervolg in iedere zaak waarbij de gedaagde is aan te merken als een consument bij dagvaarding in te gaan op de (on)eerlijkheid van de bedingen die aan de vordering ten grondslag zijn c.q. kunnen worden gelegd. Indien eiseres dit nalaat zal de kantonrechter aan haar (in beginsel) geen termijn meer verlenen om zich hierover alsnog uit te laten.