Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
District Court of Lublin(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Provincial Court of Radzyń Podlaskivan 14 februari 2024 (referentie: II K 254/23).
The Chief Judge of the II Criminal Divisionvan de
District Court in Radzyń Podlaskivan 16 april 2025 volgt verder dat de opgeëiste persoon een adresinstructie heeft ontvangen. De opgeëiste persoon heeft gedurende de strafprocedure de Poolse autoriteiten van een adres voorzien, waarbij door deze autoriteiten aan de opgeëiste persoon is medegedeeld dat van de aan dit adres verzonden correspondentie wordt verondersteld dat het op de juiste wijze aan de opgeëiste persoon is betekend. De oproep voor de zitting die tot de beslissing heeft geleid is ook naar het door de opgeëiste persoon opgegeven adres verzonden. De opgeëiste persoon is vervolgens naar Nederland gegaan en niet is gebleken dat hij daarbij een adreswijziging aan de Poolse autoriteiten heeft doorgegeven. De rechtbank stelt dan ook vast dat het toestaan van de overlevering geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon oplevert. Als de opgeëiste persoon al niet uit eigen beweging stilzwijgend afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon te verschijnen bij het proces dat tot dit vonnis heeft geleid, dan is hij op zijn minst kennelijk onzorgvuldig geweest met betrekking tot zijn bereikbaarheid voor officiële correspondentie. De rechtbank ziet daarom af van haar bevoegdheid de overlevering te weigeren. De rechtbank verwerpt het verweer.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
District Court of Lublin(Polen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.