In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 13 mei 2025 een tussenuitspraak gedaan in een huurgeschil tussen ERES NL II - C B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Eres, heeft een huurprijswijzigingsbeding en een opslagbeding van 5% in de huurovereenkomst aan de orde gesteld. Eres heeft gesteld dat zij de gedaagde schriftelijk heeft aangeboden om contact op te nemen met het college voor schuldhulpverlening, maar dat de gedaagde hierop afwijzend heeft gereageerd. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de bedingen in de huurovereenkomst eerlijk zijn ten opzichte van de consument, in het licht van de Richtlijn oneerlijke bedingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het huurprijsbeding en de servicekostenbedingen transparant zijn en niet oneerlijk. Echter, het opslagbeding van 5% wordt als oneerlijk beschouwd, omdat het de consument te veel benadeelt. De kantonrechter heeft Eres de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over dit voornemen en de gevolgen voor de vordering. De zaak is verwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling.