Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Warsaw, VIII Criminal Division,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court for Warszawa-Żoliborz in Warsawvan 28 november 2023, met referentie: IV K 585/23.
enforceable judgement). Gelet op het vertrouwensbeginsel gaat de rechtbank uit van de juistheid van die informatie. Het enkele feit dat onder F van het EAB geen verjaringsdatum staat vermeld, maakt dit niet anders. Overigens staat onder F wel vermeld dat de termijn voor tenuitvoerlegging van de straf nog niet verjaard is. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsman.
Regional Courtin Warschau, waarbij het beroep “
inadmissable” is verklaard. Hiertegen heeft de advocaat een klacht ingediend, die niet gehonoreerd is. Vaststaat dat de opgeëiste persoon niet op de zitting van de regionale rechtbank in Warschau van 5 maart 2024 aanwezig is geweest. Ook blijkt niet of de raadsman van de opgeëiste persoon aanwezig is geweest. De rechten van de verdediging zijn derhalve geschonden. Dit blijkt ook uit het feit dat de raadsman in Polen een klacht heeft ingediend. De reden van deze klacht is mogelijk dat de opgeëiste persoon en advocaat niet voor de behandeling van de zitting van 5 maart 2024 zijn opgeroepen. Voor wat betreft de procedure die geleid heeft tot het vonnis van 28 november 2023, wijst de raadsman erop dat in het EAB is aangekruist dat opgeëiste persoon aanwezig was op de uitspraak: dat zegt niets over de inhoudelijke behandeling.
Yes, the person concerned was present at the trial, when the judgement was issued.” Deze Engelse vertaling lijkt te suggereren de opgeëiste persoon alleen bij de uitspraak aanwezig was, maar uit de originele tekst van het Poolse EAB (zoals door de tolk op zitting vertaald) blijkt dat de opgeëiste persoon aanwezig was op de zitting die heeft geleid tot het vonnis. Dit blijkt ook uit wat opgeëiste persoon zelf verklaart én de aanvullende informatie.
inadmissable” werd geacht, omdat in eerste instantie een voorstel van de opgeëiste persoon om zich vrijwillig te onderwerpen aan een straf werd aanvaard door de rechtbank, waarna deze straf werd vastgelegd in het vonnis van 28 november 2023. Tegen een dergelijk vonnis is hoger beroep klaarblijkelijk niet mogelijk. De rechtbank zal daarom alleen de procedure in eerste aanleg die heeft geleid tot het vonnis van 28 november 2023 met kenmerk IV K 585/23 aan artikel 12 OLW toetsen.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
Regional Court in Warsaw, VIII Criminal Division,Polen, voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.