ECLI:NL:RBAMS:2025:3974
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging ontslag op staande voet in arbeidsovereenkomst met Haut Horeca B.V.
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 6 juni 2025 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen [verzoeker] en Haut Horeca B.V. [verzoeker] had op 11 maart 2025 een verzoekschrift ingediend, waarin zij verzocht om vernietiging van haar ontslag op staande voet door Haut Horeca, dat op 30 januari 2025 schriftelijk was bevestigd. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 mei 2025, waarbij [verzoeker] werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. A. Kloet, en Haut Horeca werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat het niet onverwijld was gegeven. De kantonrechter kende [verzoeker] een transitievergoeding van € 648,- en een billijke vergoeding van € 12.000,- toe, en veroordeelde Haut Horeca tot betaling van de proceskosten van € 867,50. De kantonrechter oordeelde dat Haut Horeca niet gerechtvaardigd had mogen vertrouwen op de intrekking van het primaire verzoek van [verzoeker], en dat de arbeidsovereenkomst in strijd met de wet was opgezegd. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.