In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 juni 2025 een klaagschrift behandeld dat op 25 maart 2025 was ingediend. Het klaagschrift betreft de inbeslagname van een Mercedes, die op 6 december 2024 in Nijkerk in beslag is genomen op verzoek van de Franse autoriteiten via een Europees onderzoeksbevel (EOB). Klager, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw mr. T. Novakovic, verzocht om teruggave van de auto, terwijl het Openbaar Ministerie stelde dat de rechtbank Amsterdam niet bevoegd was, omdat de inbeslagname in Nijkerk had plaatsgevonden en de rechtbank Gelderland bevoegd was. De rechtbank overwoog dat, volgens de wet, de bevoegde rechtbank de rechtbank is van het arrondissement waar de inbeslagname heeft plaatsgevonden of waar de vervolging is aangevangen. Aangezien de vervolging in Nederland nog niet was aangevangen en de inbeslagname in Nijkerk had plaatsgevonden, verklaarde de rechtbank Amsterdam zich onbevoegd. De rechtbank besloot het klaagschrift door te sturen naar de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, voor verdere afhandeling.