ECLI:NL:RBAMS:2025:4253

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
13/008353-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot detentieomstandigheden in Polen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 juni 2025 uitspraak gedaan over een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Sąd Okręgowy w Toruniu in Polen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Polen, behandeld. De zitting vond plaats op 5 juni 2025, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen met schorsing tot aan de uitspraak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar zijn, met inbegrip van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De raadsman heeft betoogd dat er een algemeen gevaar bestaat voor schending van de detentieomstandigheden in Polen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de informatie over de detentieomstandigheden voldoende is om de overlevering toe te staan. De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat er een algemeen reëel gevaar bestaat van schending van de grondrechten van gedetineerden in Polen, maar in dit specifieke geval zijn er voldoende garanties dat de opgeëiste persoon niet in zijn rechten zal worden geschonden.

De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De overlevering wordt toegestaan, en de rechtbank heeft de relevante wetsartikelen genoemd, waaronder de Opiumwet en de Overleveringswet. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/008353-25
Datum uitspraak: 19 juni 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 8 april 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 9 september 2024 door de
Sąd Okręgowy w Toruniu [Regional Court in Toruń], Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 5 juni 2025, in aanwezigheid van mr. N.R. Bakkenes, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen met gelijktijdige schorsing van dat bevel tot aan de uitspraak.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
decision of the District Court (Sąd Okręgowy) in Toruń dated 15 April 2024, file ref. No. II K 253/24, in the matter of the District Prosecutor’s Office Toruń-Wschód in Toruń, fil ref. No. 4075-4.Ds.870.240 on applying a preventive measure in the form of detention on remand for the period of 30 (thirty) days as of the date of detention.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Pools recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid; feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd - voldaan is aan het vereiste dat op het de feiten naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat de feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
De feiten leveren naar Nederlands recht op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

5.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden

De raadsman heeft erop gewezen dat er een algemeen gevaar bestaat voor een schending van de rechten van gedetineerden in voorlopige hechtenis in Polen. Hij heeft aangevoerd dat de brief van 17 oktober 2024 over de detentieomstandigheden in de penitentiaire inrichting in Toruń niet actueel genoeg is, zodat daar niet van kan worden uitgegaan. De detentieomstandigheden kunnen immers binnen een zeer korte tijd (negatief) veranderen. De officier van justitie moet primair niet-ontvankelijk worden verklaard, subsidiair moet de zaak worden aangehouden om het Openbaar Ministerie nadere vragen over de detentieomstandigheden te laten stellen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de informatie in de brief van 17 oktober 2024 wel afdoende is om het algemene gevaar weg te nemen. Volgens de officier van justitie is de informatie nog actueel genoeg. De in de brief vervatte detentiegarantie is eerder door de rechtbank afdoende geacht. De detentieomstandigheden vormen geen beletsel voor de overlevering.
De rechtbank overweegt als volgt.
In uitspraken van 5 juni 2024 [4] heeft de rechtbank geoordeeld dat sprake is van een algemeen reëel gevaar van schending van de grondrechten van gedetineerden die in het
remand regimein Polen terechtkomen. Het kernpunt hierbij is dat slechts 3 m2 persoonlijke ruimte (exclusief sanitair) is gegarandeerd voor de voorlopig gedetineerde, terwijl die veelal 23 uren per dag op zijn cel doorbrengt. Verder is de onduidelijkheid over de termijn waarop de opgeëiste persoon contact met de buitenwereld kan bewerkstelligen, een bijkomende verzwarende omstandigheid.
De vaststelling van een algemeen reëel gevaar van schending van de grondrechten voor gedetineerden die terecht komen in het
remand regime, kan op zichzelf niet tot weigering van de overlevering leiden. Het enkele bestaan van gegevens die duiden op gebreken in dit regime, impliceert immers niet noodzakelijkerwijs dat, in een concreet geval, de grondrechten van de opgeëiste persoon bij overlevering zullen worden geschonden.
In dit geval is uit de e-mail van de
Prosecutor's assistant at the Circuit Prosecutor's Officein Toruń van 24 april 2025 gebleken dat de opgeëiste persoon in de gevangenis van Toruń zal worden gedetineerd.
In voormelde brief van 17 oktober 2024, afkomstig van
the assistant general director of the prison service,staat:
(…)
Re.2&4:As per the information provided by the Assistant Director of the Penal Institution in Inowroclaw, who is the Head of the External Remand Centre in Torun, during their detention in the indicated penitentiary the inmates shall have a possibility to take part in activities organized by the unit's administrator.
(…)
The activities are conducted between: 08:00-12:30 and 13:30-18:00. The television room in the living b1ock is equipped with a stationary bicycle to exercise, the table football game, and a TV Set. Moreover, during that time the inmates are given board games, chess, dart.A tutor for the penitentiary conducts additional classes for the remanded in custody within his/her own group. They are conducted once a week, and depending on the interests of the participants, the topics are various (conversations, board games. crossword puzzles, card games, Sudoku, table tennis). The detained on remand can also use the library located in the living block, listen to the radio broadcasts from the radio broadcasting system, and read papers. At the External Remand Centre in Torun masses for the detained on remand take place on Wednesdays from 10.00 to 12.00 in a chapel of the living block. The detained on remand can also participate in individual religious meetings and religion teachings.The aforementioned activities last about an hour, on average. That time does not include at least a one-hour-long walk (when the inmates can use sports equipment) which in total gives about 2.5 hours of stay outside their cells, not counting other activities carried out outside the cell. like visits, using a payphone; participation in procedural actions, educational and psychological conversations, rendering medical services, etc., which depend on an inmate' s individual situation.
(…)
Regarding the contact of a detained on remand with the outside world during visits, and using a payphone, the standards in force in that matter are as follows:A detained on remand uses a payphone to contact their defense counsel and their family and other next of kin pursuant to art. 217c) of the Executive Penal Code. This means that a detained on-remand may use a payphone at least once a week, in times set in the internal order of the House of Detention, to contact their defense counsel, an attorney being a barrister or legal adviser. and a representative not being a barrister or a legal adviser which was approved by the Chairperson of the Chamber of the European Court of Human Rights to represent the detained on remand, before that Court (with the reservation of the situation when - in the opinion of the body at whose disposal is the detained on remand, a possible use of the payphone shall be used to hinder the criminal proceedings or to commit an offence).
A detained on remand - in exceptional cases - in particular when a direct contact is not possible or considerably hindered, or if it is a result of a sudden life situation, can also use the payphone in times- set in the internal order-of the House of Detention, to contact another person - not specified above.
Each conversation requires a consent of the body at whose disposal is the detained on remand, given in the form of an order, unless the body, at whose disposal is the detained on remand, orders otherwise.As per the Internal Order in force in the External Remand Centre in Torun a detained on remand can use the payphone at least twice a week, at their own expense or the expense of the person they call (private conversations). In addition, once a week the inmates have the right to use the payphone to contact the person mentioned in art. 8 § 3 of the Executive Penal Code. The calls are possible from 09.00 to 17.00, excluding times of serving meals.Regarding visits of the detained on remand it must be noted that pursuant to art. 217 § 1 of the Executive Penal Code a detained on remand may be allowed a visit when an order giving consent for a visit is issued by the body at whose disposal the detained on remand is. If the detained on remand is at disposal of several bodies, each body must give its consent, unless the bodies specify otherwise. A detained on remand, with the reservation of the situation when a visit may be used .to hinder criminal proceedings, has the right to at least one visit a month with his next-of-kin. Visits for the detained on remand placed in the External Remand Centre in Torun take place on the first and the third Wednesday of a given month and on Sundays from 08:00 to 16:00.
Re.3:
Regarding the living conditions in multi-person cells in the External Remand Centre in Torun, I explain that the living area of the cell per one inmate is from 3 m2 to 4 m2. The usable area of the cells taken into account when calculating its purpose and volume is the surface without a blank door, heating recesses and surface of sanitary units. From that area no space occupied by quartermaster's supply is taken away. The inmates can also use clean and fit for use mattresses and sheets, an access to daylight, an artificial light and air conditioning in, properly heated living cells.
Re.5:
The duration of the procedure for being granted a consent to use the phone and an order giving consent for a visit is not within the competence of the Prison Service. Those decisions are made by bodies independent of the prison bodies.”
Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover zij beschikt, gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in voorgaande garantie. [5]
Uit deze brief van 17 oktober 2024, in samenhang gelezen met de uitspraak van deze rechtbank van 5 december 2024 [6] , volgt dat de opgeëiste persoon minimaal 3 m2 persoonlijke ruimte heeft (exclusief sanitair) en dat hij tenminste tweeëneenhalf uur per dag buiten zijn cel kan doorbrengen. Het algemene gevaar dat de rechtbank ten aanzien van de detentieomstandigheden in het
remand regimein Poolse penitentiaire inrichtingen heeft aangenomen, wordt door deze garantie ten aanzien van de opgeëiste persoon weggenomen. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de situatie op dit moment anders zou zijn en ziet daarmee ook geen reden om daarover nadere vragen te stellen.

6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU

De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat, vanwege structurele of fundamentele gebreken in de Poolse rechtsorde, in Polen een algemeen reëel gevaar bestaat van schending van het grondrecht op een eerlijk proces voor een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat vooraf bij wet is ingesteld. [7]
Nu de opgeëiste persoon geen elementen heeft aangevoerd waaruit blijkt dat die structurele of fundamentele gebreken een concrete invloed zullen hebben op de behandeling van zijn strafzaak, is niet aangetoond dat sprake is van een individueel reëel gevaar van schending van het grondrecht op een eerlijk proces voor een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat vooraf bij wet is ingesteld. [8]

7.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 47 Wetboek van Strafrecht, 2, 3, 10 en 11 Opiumwet en 2, 5 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Sąd Okręgowy w Toruniu [Regional Court in Toruń], Polen, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. H.H.J. Zevenhuijzen en E.M. de Bie, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Hoek, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 19 juni 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.Zie onder meer: Rechtbank Amsterdam, 5 juni 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:3257.
5.Hof van Justitie van de Europese Unie, 25 juli 2018, zaak ML (C-220/18 PPU, ECLI:EU:C:2018:589), punt 114.
7.Rb. Amsterdam 10 februari 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:420, r.o. 5.3.1-5.3.3 en Rb. Amsterdam 6 april 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1793, r.o. 4.4.
8.Vgl. Rb. Amsterdam 6 april 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1794, onder verwijzing naar HvJ EU 22 februari 2022, C-562/21 PPU en C-563/21 PPU, ECLI:EU:C:2022:100 (