Op 25 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, Internationale Rechtsulpkamer, een beslissing genomen op een verzoek om aanvullende toestemming voor de tenuitvoerlegging van een straf opgelegd aan een overgeleverde persoon in Polen. Het verzoek was ingediend door de officier van justitie op 16 mei 2025, en betreft een vrijheidsstraf van twee jaren die is opgelegd voor feiten die vóór de overlevering zijn begaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de eisen van artikel 8 van het Kaderbesluit 2002/584/JBZ en dat de overgeleverde persoon de mogelijkheid heeft gehad om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en toestemming verleend voor de tenuitvoerlegging van de straf, waarbij de rechten van de verdediging volledig zijn gerespecteerd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is gepubliceerd op 7 juli 2025.