Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
3 oktober 2024 door
the Regional Court of Kielce(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court of Włoszczowavan 30 oktober 2023 met referentie
II K 264/23.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
‘interview’) van de opgeëiste persoon gedurende het vooronderzoek. Aan de opgeëiste persoon is ook de schriftelijke instructie gegeven dat hij adreswijzigingen aan de Poolse autoriteiten door moest geven en dat het daar niet aan voldoen kon leiden tot een berechting in zijn afwezigheid. De opgeëiste persoon heeft ter zitting bevestigd dat hij het in de aanvullende informatie genoemde adres heeft opgegeven. Desgevraagd heeft de opgeëiste persoon ook verklaard dat hij ten tijde van de oproeping en het proces in Nederland verbleef en dat hij zijn adres in Nederland niet aan de relevante [4] Poolse autoriteiten heeft doorgegeven.
‘interview’heeft plaatsgevonden met de opgeëiste persoon, waar een transcript van is. Hieruit leidt de rechtbank af dat er een fysiek verhoor heeft plaatsgevonden. De enkele ontkenning van de opgeëiste persoon dat hij de adresinstructie zou hebben ontvangen is voorts, in het licht van het vertrouwensbeginsel, onvoldoende.
5.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court of Kielce(Polen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.