Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Vrijspraak
4.Beslissing
het ten laste gelegde niet bewezenen
spreekt verdachte daarvan vrij.
Rechtbank Amsterdam
Op 23 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige man, die werd beschuldigd van mensensmokkel. De rechtbank heeft de man vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden dat hij op de hoogte was van de onrechtmatigheid van het verblijf van de betrokken prostituees. De zaak kwam voor de rechtbank na twee zittingen op 15 januari en 9 juli 2025, waarbij de verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. M.M. van den Berg, stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het helpen van de vrouwen bij het verkrijgen van onrechtmatig verblijf in Nederland. Dit zou blijken uit verklaringen van de slachtoffers en politie-informatie. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. P. van Dongen, betwistte dit en stelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte betrokken was bij het vervoer van de vrouwen, er onvoldoende bewijs was dat hij wist of had moeten weten dat hun verblijf onrechtmatig was. De rechtbank concludeerde dat het enkele vervoeren van prostituees zonder geldige verblijfstatus niet voldoende was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van hun onrechtmatige status. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.