Op 5 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het District Court in Ostrava, Tsjechië. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1999, die in Tsjechië is gedetineerd. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 22 juli 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, en een tolk in de Tsjechische taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Tsjechische nationaliteit heeft. Het EAB betreft een vonnis van 25 februari 2022, waarbij de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van tien maanden is opgelegd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opgeëiste persoon na overlevering op de hoogte zal worden gesteld van zijn recht op verzet of hoger beroep, en dat de vereisten van artikel 12 OLW zijn nageleefd.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, omdat er geen belemmeringen zijn die zich tegen de uitvoering van het EAB verzetten. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.