Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
[appellant 3],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Taxatierapportis uitgebracht (hierna: het advies van [vof] ). Daarin heeft [vof] de huurprijs vastgesteld op € 78.500,00 per jaar.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
“Het koppelen van een huurpercentage aan de omzet is een gangbare methode omdat de bedrijfskosten, inkoop-, personeel- en overige kosten, ook gerelateerd zijn aan de omzet. We noemen dit de draagkrachtmethode ofwel bedrijfseconomische huurwaarde.”Hiermee heeft [vof] echter niet gemotiveerd waarom deze wellicht in andere gevallen gangbare waarderingsmethode, ook in dit bijzondere geval bruikbaar zou zijn.
“Daarbij zij opgemerkt dat in artikel 6 is bepaald dat uitgangspunt is dat de overeengekomen huurprijs redelijk is bij een gemiddelde jaaromzet van € 2,4 miljoen per jaar, waaruit volgt dat deze dus omzet gerelateerd is. Het lijkt (…) op zijn plaats om bij de vaststelling van de aangepaste huurprijs uit te gaan van de gelet op de bestemming mogelijk te behalen omzet (gedurende de coronamaatregelen dus) en niet van de huurprijs van horecagelegenheden in de buurt zonder de bestemming seksinrichting”(zie 3.16 hierboven).
“Bovendien lijkt het op voorhand aangewezen om daarbij de door [appellant 1] ontvangen corona gerelateerde uitkeringen, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) bij de omzet te betrekken.”.Volgens [appellanten] volstaat het dat [vof] de TVL, conform deze overweging, heeft betrokken bij de berekening van de omzet. Anders dan [geïntimeerden] stellen, is de ontvangen TVL niet ‘bedoeld voor de huur’, aldus [appellanten] Het hof volgt hen hierin niet. [geïntimeerden] hebben in hun reactie op het conceptrapport al aangegeven dat ten onrechte onbesproken is gebleven waarom de vastgestelde huurprijs slechts 16% bedraagt van het bedrag dat [appellant 1] aan tegemoetkoming van de overheid heeft ontvangen. [vof] heeft met deze reactie vervolgens niets gedaan, hoewel de omzet mede bepalend is voor de huurprijs en de TVL alleen al hierom ook aan de huur moet worden toegerekend. Daarbij komt dat de TVL is bedoeld als tegemoetkoming in de vaste lasten, en dus ook de huur. Met de kantonrechter vindt het hof de wanverhouding tussen de vastgestelde huurprijs en de ontvangen TVL onbegrijpelijk. [vof] had in haar advies op dit bezwaar van [geïntimeerden] moeten ingaan.