Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 4],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
eerste griefbetoogt DRQ dat de feitenvaststelling op onderdelen onvolledig is. Het hof zal met wat in de toelichting op deze grief is gesteld rekening houden, voor zover relevant en voldoende feitelijk onderbouwd.
- [straat 2] : DRQ;
- [straat 2] : DRQ;
- [straat 3] : voorheen [naam 1] en [naam 2] , thans [geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 4] ;
- [straat 4] : [geïntimeerde 1] .
4.Eerste aanleg
- een vervangende machtiging voor het ontslag van [bedrijf] als bestuurder van de [geïntimeerde 2] ;
- een vervangende machtiging voor de benoeming van [naam 1] en [naam 2] als bestuurder van de [geïntimeerde 2] ;
- een vervangende machtiging om de splitsingsakte te wijzigen, in dier voege dat het totaal aantal in de vergadering uit te brengen stemmen vijf bedraagt en voorts dat het aantal stemmen van de eigenaar van het appartementsrecht [straat 4] twee bedraagt;
- de [geïntimeerde 2] te veroordelen in de proceskosten.
5.Beoordeling
derde tot en met zesde griefbetoogt DRQ in de kern dat de kantonrechter het verzoek van [geïntimeerde 1] , [naam 1] en [naam 2] tot het verlenen van een vervangende machtiging tot wijziging van de splitsingsakte op onjuiste gronden heeft toegewezen. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
“Onweersproken is dat in 2021 en 2022 ter oplossing voor de niet functionerende [geïntimeerde 2] op vergaderingen is voorgesteld om de splitsingsakte te wijzigen op de wijze als in het verzoek ten grondslag gelegd, maar dat dit door [naam 3] is geweigerd.”.
grief 2over de status van DRQ in eerste aanleg geen behandeling meer behoeft.