ECLI:NL:RBAMS:2025:6037

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 juli 2025
Publicatiedatum
19 augustus 2025
Zaaknummer
10618049 \ CV EXPL 23-9995
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van consumentenrechtelijke bedingen in een overeenkomst tussen Aderans Benelux B.V. en een consument

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 juli 2025 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Aderans Benelux B.V. en een consument. Aderans, gevestigd te Capelle aan den IJssel, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 6 juli 2023, waarin Aderans stelt dat de gedaagde producten heeft gekocht voor een bedrag van € 3.065,00, waarvan een deel door de zorgverzekeraar is betaald. Aderans heeft een factuur gestuurd en stelt dat er geen algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard op de overeenkomst.

De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten van Aderans onder de loep genomen, evenals de toepasselijkheid van de Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Aderans moet zich verantwoorden over de informatieplichten en de toepassing van haar algemene voorwaarden. De rechter heeft vastgesteld dat de bedingen in de algemene voorwaarden, met betrekking tot rente en buitengerechtelijke incassokosten, mogelijk oneerlijk zijn en in strijd met de wettelijke regeling. De kantonrechter heeft Aderans de gelegenheid gegeven om zich hierover uit te laten voordat tot vernietiging van deze bedingen wordt overgegaan.

De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating door Aderans, waarbij Aderans ook de gedaagde op de hoogte moet stellen van de ontwikkelingen in de procedure. De kantonrechter heeft verder iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgerond en verdere stappen volgen na de akte uitlating.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10618049 \ CV EXPL 23-9995
Vonnis van 29 juli 2025
in de zaak van
ADERANS BENELUX B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
eisende partij,
hierna te noemen: Aderans,
gemachtigde: Smaal Finance Incasso BV,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 juli 2023, met producties,
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Aderans stelt dat [gedaagde] in de verkoopruimte van Aderans bij het ziekenhuis Amsterdam UMC als consument producten heeft gekocht voor een bedrag van € 3.065,00. De zorgverzekeraar van [gedaagde] heeft € 457,50 betaald, zodat € 2.607,50 resteert om te voldoen. Voor dat bedrag heeft Aderans een factuur gestuurd, die [gedaagde] in vier termijnen mocht betalen. Daarvoor is een SEPA-machtiging verstrekt. Op de overeenkomst zijn geen algemene voorwaarden van toepassing verklaard. Nu sprake is van een overeenkomst binnen de verkoopruimte, zijn de bepalingen van artikel 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet van toepassing, aldus steeds Aderans.
2.2.
De overeenkomst is gesloten tussen Aderans als handelaar en [gedaagde] als consument. In dat geval moet ambtshalve worden getoetst aan het consumentenrecht. Getoetst moet onder meer worden of Aderans de op haar rustende informatieplichten heeft nageleefd. Daarnaast moet de overeenkomst worden getoetst aan Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
2.3.
Over de informatieplichten stelt Aderans slechts dat de artikelen over overeenkomsten op afstand niet van toepassing zijn. Zij stelt niet op welke wijze zij heeft voldaan aan de informatieplichten die volgens haar wel van toepassing zijn. Daar zal Aderans zich bij akte nog gemotiveerd over moeten uitlaten.
2.4.
Daarbij dient Aderans in te gaan op het volgende. Zij stelt dat zij verkoopruimtes heeft in meerdere ziekenhuizen. Vraag is echter of die verkoopruimtes ook kunnen worden beschouwd als ruimtes waar Aderans op permanente basis haar handelsactiviteiten verricht. De gemiddelde consument die een ziekenhuis binnenloopt verwacht hooguit dat daar een klein winkeltje zit voor (de bezoekers van) patiënten, maar niet direct een groothandel in haarproducten. Niet uitgesloten kan worden dat het hier een overeenkomst buiten de verkoopruimte betreft. In dit verband wordt verwezen naar ECLI:NL:RBAMS:2017:2005.
2.5.
Aderans stelt in de dagvaarding dat op de overeenkomst geen algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Aderans hanteert echter wel algemene voorwaarden. In artikel 2 van de algemene voorwaarden staat dat deze van toepassing zijn op álle overeenkomsten, hoe dan ook genaamd en op welke wijze dan ook gesloten.
2.6.
Aderans dient zich uit te laten hoe dit zich verhoudt met haar stelling dat op de overeenkomst geen algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. De omstandigheid dat Aderans algemene voorwaarden hanteert, impliceert dat zij daar in of buiten rechte een beroep op doet of kan doen, temeer gezien de brede toepasselijkheid, zoals hiervoor overwogen. Dat geeft aanleiding de bedingen die aan de vordering ten grondslag kunnen worden gelegd te toetsen op oneerlijkheid in de zin van de richtlijn.
2.7.
Op grond van de arresten van het Europese Hof van Justitie van 27 januari 2021, C-229/19, ECLI:EU:C:2021:68 (Dexia) en 8 december 2022, C-625/21, ECLI:EU:C:2022:971 (Gupfinger) moet de kantonrechter ook als de eisende partij zich in de procedure niet beroept op het toepasselijke beding, maar op de wet, ambtshalve onderzoeken of het beding in de voorwaarden waarop zij zich had kunnen beroepen niet oneerlijk is in de zin van de richtlijn. Als een beding als oneerlijk wordt aangemerkt, kan ingevolge deze arresten geen aanspraak meer worden gemaakt op de wettelijke regeling die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest en moet haar vordering op dit punt worden afgewezen.
2.8.
In dit geval zijn van belang de bedingen in artikel 5.3 van de algemene voorwaarden, waarin staat:
“Over een betaling die niet tijdig is verricht, kan Aderans Benelux B.V. rente in rekening brengen vanaf het verstrijken van de betalingstermijn (als bedoeld in artikel 5.1). Deze rente bedraagt 1,5% per maand of gedeelte van een maand, tenzij de wettelijke handelsrente hoger is, in welk geval deze wettelijke handelsrente geldt. Alle te maken kosten van Aderans Benelux B.V. ter verkrijging van voldoening in of buiten rechte komen voor rekening van opdrachtgever. Deze buitengerechtelijke incassokosten bedragen 15% van het opeisbare bedrag/hoofdsom, met een minimum van € 40,00.”
2.9.
Het artikel bestaat uit een bepaling over buitengerechtelijke incassokosten, gerechtelijke kosten (“kosten in rechte”) en rente. Nu deze bepalingen geen zodanig verband met elkaar hebben dat zij niet van elkaar kunnen worden gescheiden zonder de inhoud van het gehele beding te herzien, worden ze afzonderlijk getoetst.
2.10.
Nu de overeengekomen aanzienlijk hoger is dan het destijds geldende wettelijke rentepercentage voor consumententransacties, zonder dat hiervoor een geldige reden in het beding wordt genoemd, wordt de rente als een onevenredig hoge schadevergoeding aangemerkt. Het rentebeding is daarom oneerlijk.
2.11.
Het beding over de buitengerechtelijke incassokosten wijkt ten nadele van de consument af van de wettelijke regeling, die van dwingend recht is. Niet vereist wordt een vruchteloze aanmaning van veertien dagen, als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW. Bovendien bedragen de buitengerechtelijke incassokosten altijd 15% van de hoofdsom, terwijl op grond van de wettelijke regeling dat percentage daalt naarmate de hoofdsom stijgt. Ook dat wijkt dus ten nadele van de consument af van de wettelijke regeling. Het beding over de buitengerechtelijke incassokosten is daarom oneerlijk (ECLI:NL:HR:2023:198).
2.12.
Het beding over de kosten in rechte, dus de proceskosten, bepaalt dat alle te maken kosten ter verkrijging van voldoening in rechte voor rekening komen van de opdrachtgever, in dit geval een consument. Zo’n beding is als oneerlijk aan te merken. Dat heeft de Hoge Raad onlangs bevestigd (ECLI:NL:HR:2025:820).
2.13.
De kantonrechter is voornemens de hiervoor besproken bedingen die als oneerlijk zijn aangemerkt ambtshalve te vernietigen. Het gevolg daarvan staat beschreven in overweging 2.7. Voordat tot vernietiging wordt overgegaan, krijgt Aderans de gelegenheid zich hierover uit te laten.
2.14.
De zaak wordt voor akte uitlating aan de zijde van Aderans naar de rol verwezen.
2.15.
Aderans dient de akte tenminste twee weken voor de hierna te bepalen rolzitting ook aan [gedaagde] te sturen, met de mededeling dat [gedaagde] op die rolzitting daarop mag reageren dan wel uitstel kan vragen en hoe en wanneer [gedaagde] uiterlijk moet reageren. Aderans wordt in dat kader verzocht om naast de akte ook de mededeling/brief aan [gedaagde] in het geding te brengen. Wanneer niet kan worden vastgesteld dat de akte tijdig en/of met de juiste mededeling aan [gedaagde] is toegestuurd, wordt deze in beginsel buiten beschouwing gelaten.
2.16.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
dinsdag 26 augustus 2025 om 10.00 uurvoor akte uitlating door Aderans over het bepaalde in overwegingen 2.3, 2.4, 2.6 en 2.13,
3.2.
bepaalt dat Aderans de akte aan [gedaagde] moet toesturen, overeenkomstig het bepaalde in overweging 2.15,
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2025.
991