Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
donderdag 28 augustus 2025 om 10.00 uurvoor het nemen van een akte door eisende partij over het bepaalde in overwegingen 2.7 en 2.10,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 31 juli 2025 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen SERVICE KUNSTSTOF KOZIJNEN B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van een openstaande factuur van € 167,43 voor een reparatieverzoek dat door de gedaagde partij was ingediend. Na een tussentijdse betaling resteerde er een hoofdsom van € 114,18, waarop rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten werden gevorderd. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten in het consumentenrecht getoetst, aangezien de overeenkomst tussen een handelaar en een consument was gesloten. Hierbij werd vastgesteld dat de eisende partij niet volledig had voldaan aan de informatieplichten, met name met betrekking tot het ontbindingsrecht en de formulering van de bestelknop. Dit leidde tot een sanctie van 40% op de betalingsverplichting van de gedaagde partij, waardoor de maximaal toewijsbare hoofdsom op € 100,45 kwam te liggen. De kantonrechter heeft ook de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden onderzocht, waarbij de eisende partij werd verzocht om nadere toelichting te geven over de bedingen die aan de vordering ten grondslag lagen. De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating en overlegging van stukken door de eisende partij, met de verplichting om de gedaagde partij tijdig te informeren over de rolzitting.