In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 5 augustus 2025 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen Kinderdagverblijf Sam en Kids B.V. en een consument. De eisende partij, Sam en Kids, heeft een vaststellingsovereenkomst gesloten en vraagt om een executoriale titel. De kantonrechter heeft besloten dat er een mondelinge behandeling moet plaatsvinden, omdat ambtshalve toetsing aan de orde moet komen. Dit houdt in dat de rechter moet nagaan of de overeenkomst voldoet aan de eisen van het consumentenrecht, ook als de partijen dat niet expliciet aan de orde stellen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst online is gesloten, waardoor specifieke informatieplichten van toepassing zijn. Sam en Kids heeft in de dagvaarding gesteld dat zij aan deze informatieplichten heeft voldaan, maar de rechter concludeert dat essentiële informatie over het ontbindingsrecht niet is verstrekt. Dit leidt tot een sanctie van 20% korting op de hoofdsom, zoals bepaald door de Hoge Raad.
Daarnaast is er een geschil over prijswijzigingen in de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat het prijswijzigingsbeding in de algemene voorwaarden niet voldoet aan de transparantievereisten en daarom oneerlijk is. Dit betekent dat Sam en Kids de prijzen niet had mogen verhogen en alleen aanspraak kan maken op het oorspronkelijk overeengekomen uurtarief. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor een mondelinge behandeling, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten verder toe te lichten.