Op 19 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Trier in Duitsland. Het EAB, dat op 26 mei 2025 is uitgevaardigd, betreft een verzoek tot aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van een poging tot doodslag op zijn ex-partner op 25 mei 2025. De opgeëiste persoon, geboren in de Verenigde Staten in 1981, heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en is gedetineerd in een penitentiaire inrichting. Tijdens de zitting op 5 augustus 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. F.P. Slewe, en een tolk in de Engelse taal. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de afgifte van in beslag genomen voorwerpen, waaronder een telefoon en een laptop, aan de uitvaardigende justitiële autoriteit bevolen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. A.R.P.J. Davids, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.