ECLI:NL:RBAMS:2025:6494

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
13-016552-25 (EAB I)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 augustus 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot overlevering op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de District Court in Bydgoszcz, III Penal Division, Polen. Het EAB was uitgevaardigd op 7 januari 2025 en strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1991 in Polen. Tijdens de zittingen op 3 en 31 juli 2025 heeft de rechtbank de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en zijn verdediging gehoord. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak op 17 juli 2025 al geoordeeld over de grondslag en inhoud van het EAB, evenals de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon. De opgeëiste persoon heeft op 31 juli 2025 zijn beroep op artikel 6a van de Overleveringswet ingetrokken, waardoor de rechtbank niet meer toekwam aan de beoordeling van de weigeringsgrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-016552-25 (EAB I)
Datum uitspraak: 14 augustus 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 22 mei 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 7 januari 2025 door de
District Court in Bydgoszcz, III Penal Division, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] (Polen),
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[BRP-adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De zitting van 3 juli 2025
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 3 juli 2025 in aanwezigheid van mr. W.L.M. van Poll, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman mr. L.J. Woltring, advocaat in Haarlem, en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met dertig dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen, met gelijktijdige schorsing van dat bevel tot aan de uitspraak.
Het EAB in deze zaak is gelijktijdig behandeld met het EAB in de zaak met parketnummer 13-156253-25 (hierna: EAB II).
De tussenuitspraak van 17 juli 2025
In de tussenuitspraak van 17 juli 2025 heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting heropend en direct geschorst voor onbepaalde tijd om deze zaak gelijktijdig af te kunnen doen met de zaak met parketnummer 13-156253-25 (EAB II). [3]
De zitting van 31 juli 2025
De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op de zitting van 31 juli 2025 hervat, in aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp (waarnemend voor mr. L.J. Woltring, advocaat in Haarlem), en door een tolk in de Poolse taal.
Het EAB in deze zaak is ook op deze zitting gelijktijdig behandeld met EAB II.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.De tussenuitspraak van 17 juli 2025

Bij tussenuitspraak van deze rechtbank van 17 juli 2025 is reeds geoordeeld over de grondslag en inhoud van het EAB (overweging 3), de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon zoals bedoeld in artikel 12 OLW (overweging 3.1), de strafbaarheid (overweging 4) en de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW (overweging 5). Hetgeen de rechtbank daarover heeft overwogen dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Het onderzoek is bij tussenuitspraak alleen aangehouden om de zaak gelijktijdig te kunnen afdoen met de overleveringszaak van de opgeëiste persoon inzake EAB II.

4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW

De rechtbank verwijst in dit kader allereerst naar haar overwegingen in rubriek 5 van haar tussenuitspraak van 17 juli 2025. De overwegingen in deze rubriek dienen als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Ter zitting van 31 juli 2025 heeft de opgeëiste persoon verklaard de opgelegde straf in Polen te willen uitzitten vanwege zijn gewijzigde familieomstandigheden. De opgeëiste persoon heeft om die reden zijn beroep op artikel 6a OLW ingetrokken. De rechtbank komt daardoor niet toe aan de beoordeling of zij de overlevering op grond van die bepaling zal weigeren.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De artikelen 2, 5 en 7 van de Overleveringswet.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van van
[opgeëiste persoon]aan de
District Court in Bydgoszcz, III Penal Division, Polen, voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.C.M. Hamer, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en E.M. de Bie, rechters,
in tegenwoordigheid van M.L. Kole, griffier.
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 14 augustus 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.