Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Lublin(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court in Lublinvan 24 november 2017 met kenmerk IV K 324/13. Uit de aanvullende informatie van 15 juli 2025 en 24 juli 2025 volgt dat er een arrest in hoger beroep in deze zaak is gewezen door
the Court of Appeal in Lublinop 24 juli 2018, met kenmerk II AKa 144/18
.
the District Court in Chelmvan 25 mei 2021.
the Regional Court in Lublinop 15 juli 2025 het D-formulier voor de procedure in hoger beroep gestuurd. Hierin is aangegeven dat de opgeëiste persoon niet aanwezig was in de procedure die tot het arrest heeft geleid. Aangegeven is voorts dat de oproep voor de zitting in hoger beroep (die op 24 juli 2018 plaatsvond) is gestuurd naar het door de opgeëiste persoon opgegeven adres en daar op 12 juni 2018 is afgegeven aan een “adult home-dweller”. Daarnaast is op 15 juli 2025 de volgende aanvullende informatie verstrekt:
[opgeëiste persoon] provided the address for serving correspondence in the country during the first interrogation as a suspect. He did not inform proper organs of its change. Each correspondence for him was directed at this address.”
the Court of Appeal in Lublinvan 24 juli 2018 (met kenmerk II AKa 144/18
),terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan en evenmin een garantie als bedoeld in artikel 12, sub d, OLW is verstrekt.
the District Court in Chelmvan 25 mei 2021 is de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
CJ. [7] In deze uitspraak heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over de situatie dat de uitvoerende rechterlijke autoriteit artikel 4, punt zes, van het Kaderbesluit 2002/584/ JBZ wenst toe te passen. De rechtbank zal daarom het onderzoek heropenen om partijen in de gelegenheid te stellen een standpunt in te nemen over de gevolgen van het arrest voor deze zaak.
6.Artikel 11 OLW; artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Slotsom
8.Beslissing
SCHORSThet onderzoek.