Op 11 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Landgericht Potsdam in Duitsland. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 16 april 2025 is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Syrië en thans gedetineerd in Nederland, heeft de Nederlandse nationaliteit en is bijgestaan door zijn raadsman en een tolk tijdens de zitting op 28 augustus 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten die ook onder Nederlands recht strafbaar zijn, zoals ontvoering en afpersing. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft ook de garantie beoordeeld die door de leidinggevende hoofdofficier van justitie te Potsdam is gegeven, waarin wordt bevestigd dat de opgeëiste persoon na een eventuele veroordeling in Duitsland terug naar Nederland kan worden gestuurd voor de uitvoering van de straf. De rechtbank concludeert dat deze garantie voldoende is en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De raadsman heeft verweer gevoerd over de kwetsbaarheid van de opgeëiste persoon, maar de rechtbank heeft geen aanleiding gezien om extra garanties te vragen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering toegestaan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er geen belemmeringen zijn voor de uitvoering ervan.