Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Public Prosecutor at the Judicial Court of
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak 1 juli 2025
4.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
Inleiding
1. Kan worden gegarandeerd dat de opgeëiste persoon zal beschikken over een individuele leefruimte (personal space) van minstens 3 m² exclusief sanitaire voorzieningen in een meerpersoonscel, – gelet op het arrest Dorobantu?
2. Zo nee, dan heeft de rechtbank ook de volgende aanvullende vragen:
28 cellen met een oppervlakte van 12 tot 13 m2 met een capaciteit van twee plaatsen;
13 cellen met een oppervlakte van 12 tot 13 m2 voorbehouden voor hospitalisaties binnen de medisch psychologische dienst, met een capaciteit van één plaats;
89 cellen met een oppervlakte van 13 tot 14 m2 met een capaciteit van twee plaatsen, waarvan 5 voorbehouden voor nieuwkomers;
4 cellen met een oppervlakte van 13 tot 14 m2 met een capaciteit van één plaats, voorbehouden voor hospitalisaties binnen de medisch-psychologische dienst;
15 cellen met een oppervlakte van 19 tot 24 m2 met een capaciteit van één plaats, voorbehouden voor mindervaliden.
personal space) van minstens 3 m² exclusief sanitaire voorzieningen. Op basis van de algemene informatie die is verstrekt kan ook niet met zekerheid worden vastgesteld hoeveel persoonlijke leefruimte wordt gegarandeerd voor de opgeëiste persoon. Het aantal vierkante meter aan persoonlijke leefruimte lijkt te voldoen wanneer wordt uitgegaan van een bezettingsgraad van 100%. In de gevangenis van Orléans-Saran is echter sprake van een bezettingsgraad van 134%. Uit de aanvullende informatie blijkt niet hoe de overbevolking over de verschillende cellen is verdeeld. Bovendien is het niet aan de rechtbank om zelf een inschatting te maken aan de hand van verstrekte algemene cijfers, maar dient de rechtbank aan de hand van concrete, op de opgeëiste persoon toegespitste informatie vast te stellen of ten aanzien van hem het eerder vastgestelde algemeen gevaar is weggenomen.
5.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd en bepaalt dat de zaak opnieuw wordt ingepland op een zitting uiterlijk tien dagen na 9 oktober 2025.