Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INNOVAM en IBKI,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de stichting STICHTING VAM, OPLEIDINGSINSTITUUT VOOR HET MOTOVOERTUIG-, TWEEWIELER- EN AANVERWANT BEDRIJF, INNOVAM en IBKI, als eisende partij, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde een hoofdsom van € 713,90, opgebouwd uit twee onbetaald gelaten facturen, en stelde dat zij werkzaamheden had verricht in opdracht van de gedaagde partij. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet heeft voldaan aan haar stelplicht, omdat zij in de dagvaarding geen informatie heeft verstrekt over de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen en welke informatieplichten van toepassing zijn. Dit is van belang, omdat de gedaagde partij als consument wordt beschouwd en de eisende partij daarom aan specifieke informatieplichten moet voldoen. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de overeenkomst of bevestiging daarvan niet in het geding is gebracht, waardoor toetsing van het prijsbeding en eventuele algemene voorwaarden niet mogelijk was. De vordering is afgewezen en de eisende partij is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij zijn begroot op nihil.