Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court (Sąd Okręgowy) in Zamość, Second Penal Division, Polen, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
aggregate sentence of the Regional Court of Zamość of 18 June 2024, which became legally valid on 26 June 2024, met referentie II K 39/24.
- een
- een
- een
- een
- een
- een
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Het verzamelvonnis van the Regional Court of Zamość met referentie II K 39/24
Het onderliggend vonnis met referentie II K 907/22
De onderliggende vonnissen met referentie II K 530/23 en II K 612/23
De onderliggende vonnissen met referentie II K 905/22, II K 406/22 en IX K 834/22
5.Strafbaarheid
6.Evenredigheid van de opgelegde straf
de rechtbank begrijpt de zaak: C-583/24 Tagu) over de vraag of de uitvoerende rechterlijke autoriteit moet nagaan, wanneer de opgeëiste persoon zich daarop beroept, of een reëel gevaar van de tenuitvoerlegging van een straf die onevenredig is aan het strafbare feit dat aan het EAB ten grondslag ligt, kan leiden tot het weigeren van de overlevering. Alhoewel de prejudiciële vragen nog niet zijn beantwoord en het dus nog niet vaststaat dat een dergelijk algemeen gevaar aan overlevering in de weg kan staan, zou het in dat geval aan de opgeëiste persoon zijn om aan te tonen dat daarvan mogelijk sprake is. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat er geen aanwijzingen zijn dat sprake is geweest van een opgelegde vrijheidsstraf die onevenredig is aan het strafbare feit.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court (Sąd Okręgowy) in Zamość, Second Penal Division, Polen, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.