Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
- zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend;
- mishandeling, de dood ten gevolge hebbend;
- het in hulpeloze toestand brengen of laten van iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging verdachte (als vader van zijn zoon), krachtens wet en/of overeenkomst verplicht was door, nadat verdachte [slachtoffer] op een bank had gelegd, ten gevolge waarvan [slachtoffer] vanaf die bank met zijn hoofd, althans lichaam, op de harde vloer en/of tegen harde voorwerpen kwam te vallen en vervolgens niet tijdig noodzakelijke medische hulp heeft ingeschakeld.
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
bijlage IIopgenomen wettige bewijsmiddelen is gekomen, waarbij ook, voor zover van belang voor de beoordeling, dat wat de officier van justitie en de raadsman hebben aangevoerd zal worden besproken.
5.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.De benadeelde partijen
- affectieschade á € 20.000,-;
- schokschade á € 20,000,-.
Als sprake is van geestelijk letsel als hier bedoeld, komt zowel de materiële als de immateriële schade die daarvan het gevolg is voor vergoeding in aanmerking.
mogelijksprake is van een traumatisch verlies, is onvoldoende om het bestaan van zulk geestelijk letsel vast te kunnen stellen, mede in het licht van de aanwezige affectieschade. Dit maakt dat het op dit moment onvoldoende duidelijk is of het door [benadeelde partij 1] opgelopen geestelijk letsel een (rechtstreeks) gevolg is geweest van schokschade of verband houdt met het traumatische verlies van [slachtoffer] op zichzelf. De door [benadeelde partij 1] gevorderde schokschade zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard en kan, desgewenst, bij de civiele rechter worden gevorderd of in geval van hoger beroep in deze strafzaak nader onderbouwd worden.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
7 (zeven) jaren.
niet-ontvankelijkis.