In deze zaak heeft eiser bezwaar aangetekend tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, die zijn aanvraag voor een omslagwoning niet heeft ingewilligd. Eiser heeft een aanvraag voor maatschappelijke opvang gedaan op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Tijdens de bezwaarfase heeft hij ook om een omslagwoning verzocht. Verweerder heeft het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser volgens hen geen procesbelang meer had, aangezien hij inmiddels opvang had gekregen. Eiser is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 21 oktober 2025 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser heeft recht op beschermd verblijf met intensieve begeleiding, en de rechtbank concludeert dat aan zijn wensen is voldaan. Eiser heeft geen procesbelang meer bij de bezwaarschriftprocedure. De rechtbank benadrukt dat toelating tot een omslagwoning geen recht is dat kan worden aangevraagd binnen de Wmo 2015. Eiser kan pas een omslagwoning verkrijgen nadat hij is ingestroomd in het traject maatschappelijke opvang. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat verweerder alsnog een beslissing moet nemen op de aanvraag voor een trajectwijziging, waarbij recente ontwikkelingen in acht moeten worden genomen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.