In deze zaak gaat het om een belastingplichtige, eiser, die als exploitant van een Chinees-Indisch restaurant in [Z] wordt geconfronteerd met navorderingsaanslagen voor de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en naheffingsaanslagen voor de omzetbelasting (OB) over de jaren 2003 tot en met 2006. De inspecteur van de Belastingdienst heeft deze aanslagen opgelegd op basis van een boekenonderzoek, waarbij geconstateerd werd dat de administratie van eiser niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen, maar de inspecteur heeft deze handhaafd. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de administratie van eiser gebreken vertoonde, maar niet zodanig ernstig dat deze niet als betrouwbare basis voor de fiscale winstberekening kon dienen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de omzetcorrecties gerechtvaardigd waren. De rechtbank heeft de navorderingsaanslagen voor de jaren 2003, 2005 en 2006 vernietigd en de navorderingsaanslag voor 2004 verminderd. Ook de naheffingsaanslag voor 2003 is vernietigd, terwijl de naheffingsaanslag voor 2004 tot en met 2006 is verminderd. De rechtbank heeft de boetes die aan eiser waren opgelegd, voor een deel vernietigd en voor een deel verminderd, en heeft de proceskosten van eiser vergoed.