ECLI:NL:RBBRE:2008:BK9129
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingaanslag en correctie van belastbaar inkomen uit werk en woning na verkoop van akkerbouwbedrijf
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 11 juli 2008, gaat het om een geschil tussen eiseres, een akkerbouwondernemer, en de inspecteur van de Belastingdienst Zuidwest. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2003, die was vastgesteld op een belastbaar inkomen van € 211.417. De inspecteur had deze aanslag gebaseerd op de verkoop van het akkerbouwbedrijf van eiseres, dat op 19 augustus 2003 was verkocht voor € 3.584.863,70. Eiseres stelde dat zij haar onderneming had beëindigd en dat de inspecteur ten onrechte de dwangsom en rente die zij had ontvangen van de koper, [B], als winst had aangemerkt.
Tijdens de zitting op 27 juni 2008 werd duidelijk dat de rechtbank moest beoordelen of de correcties van de inspecteur terecht waren. De rechtbank oordeelde dat eiseres haar onderneming vóór 1 december 2003 had beëindigd en dat de inspecteur niet had aangetoond dat er een gerede kans was dat de onderneming weer bij eiseres terug zou keren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en verminderde de aanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 56.953 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 51.418.
Daarnaast werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 406,50 werden vastgesteld, en moest de Staat het door eiseres betaalde griffierecht van € 39 vergoeden. De rechtbank benadrukte dat de rente en dwangsom die eiseres had ontvangen, niet tot haar winst uit onderneming behoorden, maar tot haar privé-vermogen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, drs. J.M.C. Hendriks, en partijen werden op 15 juli 2008 aangetekend op de hoogte gesteld van de uitspraak.