ECLI:NL:RBDHA:2015:13711
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A.J. Overdijk
- B. Hammer
- F.M.J. den Houdijker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van disciplinaire ontslag van politiebeambte en recht op WW-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 december 2015 uitspraak gedaan over het beroep van een eiser tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een politiebeambte die op 13 november 2014 ontslagen is wegens vermeend plichtsverzuim. De eiser, die de disciplinaire maatregel heeft opgelegd, stelde dat de werknemer verwijtbaar werkloos was en dat er een dringende reden voor ontslag was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de korpschef niet onverwijld heeft gehandeld, waardoor er geen sprake was van subjectieve dringendheid. De rechtbank concludeert dat de werknemer niet verwijtbaar werkloos is en dat hij terecht in aanmerking is gebracht voor een WW-uitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een tijdsverloop van 4,5 maand was tussen de afronding van het interne onderzoek en het ontslag, wat niet als onverwijld handelen kan worden beschouwd. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.