4.3.Met inachtneming van het voorgaande dient vervolgens te worden beoordeeld of – zoals [X] betoogt – de door de beoordelingscommissie op de diverse subsubgunningscriteria aan de inschrijving van [X] toegekende waardering onjuist en/of onbegrijpelijk is.
4.3.1.De inschrijver dient op grond van de Inschrijvingsleidraad aan de hand van de SMART-methodiek aan te geven hoe hij kan bijdragen aan het bewaken en handhaven van de planning. Meer in het bijzonder dient hij aan te geven hoe hij omgaat met vertragingen, dat wil zeggen dat hij aan de hand van voorbeeldscenario’s aangeeft hoe in geval van vertraging de vastgestelde bouwtijd van 22 maanden niettemin wordt gehaald.
4.3.2.De beoordelingscommissie heeft het Plan van Aanpak van [X] op dit subsubgunningscriterium als ‘matig’ beoordeeld en hieraan drie punten toegekend. Deze puntentoekenning en de daaraan ten grondslag gelegde motivering kunnen naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet als onjuist of onduidelijk worden beschouwd. Met Naturalis constateert de voorzieningenrechter dat [X] in de tekst van haar Plan van Aanpak een voorbereidingstijd van drie maanden hanteert, terwijl uit de bijgevoegde planning blijkt van een voorbereidingstijd van vijf maanden. In zoverre is in ieder geval sprake van een onduidelijke inschrijving. [X] heeft betoogd dat deze voorbereidingstijd voor beide percelen (1 en 2) geldt, maar brengt daarmee een koppeling aan tussen de beide percelen, waarvoor de aanbestedingsstukken geen grondslag bieden. Beide percelen konden immers in beginsel afzonderlijk gegund worden, zodat formeel geen beletsel bestaat om perceel 1 onafhankelijk van perceel 2 uit te voeren. Uitgaande van een voorbereidingsperiode van vijf maanden voor de beide percelen, wordt de door Naturalis vooraf bekendgemaakte startdatum van de bouw van 1 november 2016 niet gehaald, terwijl [X] daarnaast niet gedetailleerd, aan de hand van voorbeeldscenario’s, beschrijft hoe zij van plan is om eventuele tegenvallers gedurende de na aftrek van de voorbereidingstijd resterende bouwtijd van slechts zeventien maanden op te vangen. Meer in het bijzonder heeft [X] onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat vertragingen ter zake van de nieuwbouw van perceel 1 de duur van de werkzaamheden aan de oudbouw van dit perceel en vice versa niet behoeven te beïnvloeden. Naturalis heeft bij die stand van zaken terecht de nodige vraagtekens geplaatst bij het realiteitsgehalte van de in het Plan van Aanpak door [X] gehanteerde planning wat betreft perceel 1. Daarnaast heeft de beoordelingscommissie op goede gronden geoordeeld dat het Plan van Aanpak wat betreft planning tekortschiet doordat [X] noch in het Plan van Aanpak noch in de bijgevoegde planning een eerdere ingebruikneming van de traforuimte tot uitdrukking heeft gebracht. Voor zover [X] betoogt dat zulks op grond van de aanbestedingsstukken niet van haar werd verlangd, heeft Naturalis er terecht op gewezen dat in de Inschrijvingsleidraad (pagina 4) in ieder geval uitdrukkelijk staat beschreven dat de technische installaties op en in de museumdepottoren, waaronder de energievoorziening, tijdens de bouwwerkzaamheden ‘gehandhaafd en geborgd’ dienen te worden en in de tweede nota van inlichtingen bij de beantwoording van vraag 167 uitdrukkelijk door Naturalis kenbaar is gemaakt dat bedoelde energievoorziening dient te worden ‘voorgetrokken’.
•
Samenwerking en communicatieplan (G2.2)
4.3.3.De Inschrijvingsleidraad schrijft voor dat de inschrijver in zijn Plan van Aanpak aangeeft a) op welke momenten de coördinerende partij naar derden communiceert, b) welke overleggen hij zal plannen buiten de traditionele werkbesprekingen om, c) wanneer en met welke frequentie deze overleggen zullen plaatsvinden, d) wie deze overleggen zal vastleggen en e) hoe de terugkoppeling zal plaatsvinden.
4.3.4.De beoordelingscommissie heeft het Plan van Aanpak van [X] op dit punt als ‘voldoende’ beoordeeld en acht punten toegekend (vier punten met een wegingsfactor twee). Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan niet worden vastgesteld dat de beoordelingscommissie niet tot dit oordeel heeft kunnen komen. Zoals Naturalis terecht heeft geconstateerd, heeft [X] in de tekst van haar Plan van Aanpak, hoewel zij de andere leden wel uitdrukkelijk benoemt, niet expliciet tot uitdrukking gebracht dat een directievoerder van de stuurgroep deel uitmaakt. De enkele vermelding van de directievoerder in haar schematisch overzicht zonder beschrijving van diens rol, rechtvaardigt de conclusie van de beoordelingscommissie dat de nodige vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de deugdelijkheid van de door [X] voorgestane aanpak van de samenwerking en communicatie. Dit klemt te meer nu de beoordelingscommissie eveneens met juistheid heeft geconstateerd dat in het Plan van Aanpak onvoldoende duidelijk is gemaakt wie de BIM-manager zal leveren. Anders dan [X] betoogt, geven de haar geciteerde passages uit de BIM-reviews ter zake onvoldoende duidelijkheid.
4.3.5.De Inschrijvingsrichtlijn verplicht de inschrijver de risico’s te identificeren en te analyseren die betrekking hebben op de uitvoering. Daarnaast dient de inschrijver aan te geven op welke wijze deze, door de inschrijver in categorieën onder te verdelen, risico’s zullen worden beheerst. Voorts dient aan de risico’s een inschatting te worden toegekend in kans- en gevolgkansen voor de beheersaspecten tijd, geld en omgeving en dienen de restrisico’s te worden omschreven. De risico-inventarisatie dient ten slotte zodanig te zijn opgezet dat deze ook daadwerkelijk als beheersmaatregel is in te zetten binnen het aangeboden inschrijfbedrag.
4.3.6.De beoordelingscommissie heeft het Plan van Aanpak van [X] op dit punt als ‘voldoende’ beoordeeld en acht punten toegekend (vier punten met een wegingsfactor twee). Daarbij heeft de beoordelingscommissie geoordeeld dat de door [X] genoemde beheersmaatregelen niet binnen het inschrijfbedrag realiseerbaar zijn. [X] heeft op beurt betoogd dat alle beheersmaatregelen zijn opgenomen in haar begroting en aldus aan haar op dit subsubgunningscriterium de maximale score had moeten worden toegekend. Daartoe stelt [X] dat alle beheersmaatregelen deel in ieder geval deel uitmaken van de aanbieding en dus door haar uitgevoerd moeten worden voor de door haar aangeboden prijs.
4.3.7.[X] kan in voormeld betoog niet worden gevolgd. Daartoe is van belang dat de Inschrijvingsrichtlijn voorschrijft dat de risico-inventarisatie
daadwerkelijkals beheersmaatregel inzetbaar moet zijn binnen het aangeboden inschrijfbedrag. Met Naturalis is de voorzieningenrechter van oordeel dat teneinde het voorgaande te kunnen vaststellen, de inschrijver de kosten van alle door hem voorgestelde beheersmaatregelen in zijn begroting inzichtelijk dient te maken. [X] heeft als zodanig niet weersproken dat zij niet alle door haar voorgestelde beheersmaatregelen afzonderlijk in haar (overigens niet overgelegde) begroting heeft vermeld. Daarmee is door haar onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat alle voorgestelde beheersmaatregelen daadwerkelijk door het aangeboden inschrijfbedrag worden gedekt. Deze door [X] in het leven geroepen onduidelijkheid en het mogelijke bestaan van het daarmee verband houdende risico van nadien opkomende kosten, rechtvaardigen naar het oordeel van de voorzieningenrechter de op dit subsubgunningscriterium aan [X] toegekende score.
4.3.8.De beoordelingscommissie heeft het Plan van Aanpak van [X] wat betreft de planning ten aanzien van perceel 2 beoordeeld als matig en ter zake drie punten toegekend. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de beoordelingscommissie op goede gronden tot deze conclusie gekomen. Daartoe is redengevend dat [X] in haar Plan van Aanpak beschrijft dat zij 22 maanden nodig heeft om de nieuwbouw te realiseren. Daarbij heeft [X]
uitdrukkelijkvermeld dat deze bouwtijd
exclusiefde voorbereiding en de optimalisatie van de glaskroon is. Daarbij speelt tevens dat [X] blijkens hetgeen hiervoor in rov. 4.3.2 is overwogen zich niet in heldere bewoordingen heeft uitgelaten over de duur van de door haar beoogde voorbereidingsfase. Uitgaande van de door [X] overgelegde planning (met een voorbereidingstermijn van vijf maanden), staat aldus in ieder geval op voorhand vast dat de door Naturalis gewenste opleveringsdatum niet zal worden gehaald.
•
Samenwerking en communicatieplan (G2.2) en Risicoanalyse (G2.3)
4.3.9.De motivering van de toekenning door beoordelingscommissie van de score vier (voldoende) op deze subsubgunningscriteria is voor wat betreft perceel 2 gelijkluidend aan de motivering bij perceel 1, zodat ter zake kan worden volstaan met een verwijzing naar hetgeen dienaangaande in rov. 4.3.3 tot en met 4.3.7 is overwogen. Slotsom is dat de motivering van de beoordelingscommissie ter zake evenmin als onjuist en/of onbegrijpelijk kan worden beschouwd.
4.3.10.De Inschrijvingsleidraad verlangt van de inschrijver dat hij uitgebreid toelicht op welke wijze hij ervoor zorgdraagt dat het taakstellend bedrag voor de glaskroon wordt geëffectueerd. De beoordeling vindt plaats op – kort gezegd – de aspecten ‘technisch/constructief’, ‘uitvoering en planning’ (integrale uitvoeringsmethodiek in combinatie met inpassing in overallplanning) en ‘risico’s’. Voorstellen die esthetisch afwijken van het bestek leveren blijkens de Inschrijvingsleidraad een minder hoge score op.
4.3.11.De beoordelingscommissie heeft het Plan van Aanpak van [X] op dit punt beoordeeld als matig en zes punten toegekend (drie punten met een wegingsfactor twee). Niet kan worden vastgesteld dat de beoordelingscommissie niet tot deze beoordeling heeft kunnen komen. Zoals hiervoor reeds is overwogen, volgt uit het Plan van Aanpak van [X] dat zij niet in staat is om de glaskroon binnen de vastgestelde bouwtijd te realiseren. Anders dan [X] lijkt te betogen, is dit blijkens de hiervoor geciteerde zinsnede ‘inpassing in overallplanning’ wel degelijk geformuleerd als een vereiste. In de tweede plaats volgt uit het Plan van Aanpak dat [X] niet in staat is om de glaskroon, zoals die in het bestek is beschreven, binnen het taakstellend budget te realiseren. [X] beschrijft immers een uitgebreide optimaliseringsperiode, waarbij zij diverse voorstellen heeft gedaan die afwijken van het bestek. Anders dan [X] betoogt, valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet in te zien dat deze voorstellen geen deel uitmaken van de inschrijving van [X] . De overschrijding van de vastgestelde bouwtijd, de overschrijding van het taakstellend budget en de in het kader van de optimaliseringsperiode voorgestelde afwijkingen van het bestek, rechtvaardigen als zodanig reeds in voldoende mate de op dit subsubgunningscriterium door Naturalis toegekende score.