ECLI:NL:RBDHA:2017:12257
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen van Syrische statushouders in Bulgarije en de niet-ontvankelijkheid van de aanvragen in Nederland
In deze zaak hebben eisers, een Syrisch gezin met minderjarige kinderen, asiel aangevraagd in Nederland na eerder internationale bescherming te hebben gekregen in Bulgarije. De rechtbank Den Haag heeft op 17 oktober 2017 uitspraak gedaan in de zaken NL17.9085, NL17.9086, NL17.9087 en NL17.9088. De eisers voerden aan dat zij bij terugkeer naar Bulgarije een risico lopen op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM, en dat de autoriteiten in Bulgarije hen geen bescherming kunnen bieden. De rechtbank heeft deze gronden niet gevolgd en de beroepen ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet voldoende bewijs hebben geleverd dat Bulgarije zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank benadrukte dat eisers, als statushouders, recht hebben op bescherming en dat zij zich tot de Bulgaarse autoriteiten moeten wenden om hun rechten te effectueren. De rechtbank concludeerde dat er geen belemmeringen zijn voor de terugkeer van eisers naar Bulgarije, en dat verweerder de aanvragen terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De verzoeken om voorlopige voorzieningen werden eveneens afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.