ECLI:NL:RBDHA:2017:16268
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraanse vrouw op grond van geloofwaardigheid van bekering tot het christendom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2017 uitspraak gedaan in het beroep van een Iraanse vrouw, eiseres, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder, afgewezen op 5 mei 2017. Eiseres, die samen met haar minderjarig kind in Nederland verblijft, heeft aangevoerd dat zij is bekeerd tot het christendom en dat zij vanwege deze bekering problemen ondervindt in Iran. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de bekering en de problemen die eiseres naar eigen zeggen ondervindt, niet geloofwaardig zijn geacht. De rechtbank overweegt dat verweerder de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig heeft geacht, maar dat de bekering tot het christendom en de problemen die daaruit voortvloeien, niet als geloofwaardig zijn aangemerkt. Eiseres heeft onvoldoende overtuigende verklaringen afgelegd over haar bekering en het proces dat daartoe heeft geleid. De rechtbank concludeert dat eiseres niet kan worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank wijst erop dat het aan eiseres is om haar bekering aannemelijk te maken, en dat verweerder daarbij een vaste gedragslijn hanteert. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.