ECLI:NL:RBDHA:2017:5111
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om onmiddellijke invrijheidstelling en beoordeling van de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis na niet-naleving taakstraf
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 april 2017 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser] verzocht om onmiddellijke invrijheidstelling. [eiser] was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 30 uur, die omgezet was in 15 dagen vervangende hechtenis omdat hij zijn taakstraf niet naar behoren had uitgevoerd. De reclassering had meerdere keren geprobeerd contact met hem te krijgen voor de uitvoering van de taakstraf, maar [eiser] was niet verschenen. Na een officiële waarschuwing en een beslissing van de officier van justitie om de taakstraf om te zetten in vervangende hechtenis, werd [eiser] op 19 april 2017 opgepakt.
In het kort geding vorderde [eiser] dat de Staat hem in vrijheid zou stellen, omdat hij zijn huurwoning moest ontruimen en hij psychische problemen had. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de Staat niet onrechtmatig handelde door de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen. De rechter stelde vast dat [eiser] voldoende gelegenheid had gekregen om zijn taakstraf uit te voeren en dat de omstandigheden die hij aanvoerde, zoals financiële problemen en psychische klachten, niet voldoende waren om de tenuitvoerlegging van de hechtenis te schorsen. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.