Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 september 2016 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van de zijde van [gedaagde] van 19 oktober 2016, met producties;
- de antwoordakte van de zijde van de curator van 16 november 2016.
2.De verdere beoordeling
kapitaal. De stamrechtovereenkomst bevat het verbod het stamrecht
kapitaalaf te kopen of formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid te maken. De tekst van de stamrechtovereenkomst wijkt daarmee dus af van artikel 19b, lid 1 Wet op de Loonbelasting 1964 (hierna: Wet Lb), dat inhoudt dat indien een aanspraak (en dus: het stamrecht, en niet het stamrechtkapitaal) formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid wordt, dit leidt tot afkoop, en dus tot belastingheffing. Voor de vraag of de handelingen van [gedaagde] tot afkoop hebben geleid is dus van belang of zijn
aanspraakformeel of feitelijk voorwerp van zekerheid is geworden. De rechtbank overweegt als volgt over de vraag wanneer een aanspraak formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid wordt.