Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres] ,
thans de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres, van Kazachse nationaliteit, een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingediend, onder de beperking 'niet-tijdelijke humanitaire gronden'. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, thans de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, en het bezwaar hiertegen werd ook ongegrond verklaard. Eiseres heeft eerder een beroep gedaan op de hardheidsclausule, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die eiseres aanvoerde niet voldoende waren om vrijstelling van het mvv-vereiste te rechtvaardigen. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden, zoals haar langdurig verblijf in Nederland en haar inzet voor de Nederlandse samenleving, niet maken dat het tegenwerpen van het mvv-vereiste onredelijk hard is. De rechtbank heeft de eerdere uitspraak van 19 juli 2016 als uitgangspunt genomen en geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herbeoordeling rechtvaardigen. Eiseres heeft ook betoogd dat er sprake is van familie- of gezinsleven met haar Griekse partner, maar de rechtbank oordeelde dat de relatie niet voldoende is onderbouwd. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij heeft vastgesteld dat de staatssecretaris zich deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de omstandigheden van eiseres geen bijzondere omstandigheid opleveren die toepassing van het mvv-vereiste onbillijk zou maken.