Op 17 januari 2018 weigerde de ambtenaar belast met de grensbewaking eiser toegang tot Nederland op basis van de Schengengrenscode. Eiser kreeg op dezelfde dag een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, dat ook schadevergoeding omvatte. De vrijheidsontnemende maatregel werd op 25 januari 2018 opgeheven. Tijdens de zitting op 29 januari 2018 werd het onderzoek geschorst en later gesloten zonder nadere zitting. Eiser stelde dat hij onterecht was behandeld en dat zijn werkelijke identiteit niet was vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de weigering van toegang en de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig waren, omdat eiser niet de juiste persoonsgegevens had verstrekt en niet in het bezit was van identificatiedocumenten. De rechtbank concludeerde dat de vrijheidsontnemende maatregel terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.