Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 april 2018 in de zaak tussen
[eiseres], eiseres, beiden te [plaats], hierna ook gezamenlijk te noemen: eisers
Rechtbank Den Haag
Op 9 april 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer en eisers, die bijstand ontvingen. De rechtbank oordeelde dat de intrekking en terugvordering van bijstand van eisers terecht was, omdat zij niet voldaan hadden aan hun inlichtingenplicht. Dit was het gevolg van een onderzoek naar mogelijk misbruik van uitkeringsgelden, waarbij bleek dat eisers via Marktplaats handel dreven zonder dit te melden. De rechtbank stelde vast dat eisers sinds 17 januari 2011 een bijstandsuitkering ontvingen, maar dat zij in de periode van 2 oktober 2013 tot en met 23 juli 2016 niet gemelde inkomsten hadden. De rechtbank oordeelde dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van € 53.970,26 gerechtvaardigd waren, omdat eisers niet konden aantonen dat zij geen inkomsten hadden uit de verkoop van goederen via Marktplaats. Daarnaast werd de aanvraag van eisers voor bijzondere bijstand afgewezen, omdat zij weigerden mee te werken aan een huisbezoek, wat noodzakelijk was om de noodzaak van de aangevraagde kosten vast te stellen. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en bevestigde de besluiten van de verweerder.