Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser]
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
“1. In afwijking van de artikelen 2:1 en 8:24 van de Algemene wet bestuursrecht wordt het bezwaar, administratief beroep, het beroep op de rechtbank of het hoger beroep ingesteld door de vreemdeling in persoon, zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn bijzondere gemachtigde, zijn referent of een advocaat.”
Eiser stelt dan ook dat verweerder het bezwaar tegen de feitelijke uitzetting op onjuiste gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat hij van een advocaat niet mag eisen dat deze zich bepaaldelijk gevolmachtigd verklaart.
Procesbelang
Mocht verweerder een machtiging verlangen van eisers advocaat?
Nu gemachtigde van eiser advocaat is en bij verweerder al enige tijd bekend was als eisers advocaat, kon verweerder niet in redelijkheid gebruik maken van de in artikel 2:1, tweede lid, van de Awb neergelegde bevoegdheid een schriftelijke machtiging van haar te verlangen. De beroepsgrond slaagt.
niet-ontvankelijk verklaard.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- bepaalt dat verweerder geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 1.002,--, te voldoen aan eiser.
mr. J.T.M. Nijboer, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op