Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juni 2018 in de zaak tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb), verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Bij besluit van 18 juni 2008 heeft verweerder aan eiseres per 1 juni 2008 wederom een AIO‑aanvulling toegekend.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het de intrekking over de periode van 1 april tot en met 30 juni 2017 en de terugvordering betreft;
- herroept primair besluit I voor zover het de intrekking over de periode van 1 april tot en met 30 juni 2017 betreft;
- herroept primair besluit II;
- bepaalt dat de intrekking de periode van 25 oktober 2007 tot en met november 2007 en de periode van 1 juni 2008 tot en met 31 maart 2017 betreft;
- stelt de hoogte van de terugvordering vast op € 30.966,28;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 46,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.004,-.