ECLI:NL:RBDHA:2018:8515
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake kosten van werkzaamheden aan kozijnen en bewijslevering door de gemeente
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De zaak betreft de kosten van werkzaamheden aan de kozijnen van drie ramen, die door een vaste aannemer zijn uitgevoerd. Eiseres heeft betwist dat de door de gemeente in rekening gebrachte kosten marktconform zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet in zijn bewijslast is geslaagd om aan te tonen dat de kosten die door de aannemer zijn geoffreerd, marktconform zijn. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om het gebrek in de motivering van het bestreden besluit te herstellen, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor kon de rechtbank het geschil niet finaal beslechten en heeft verweerder de opdracht gekregen om een nieuw besluit te nemen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de kosten voor de werkzaamheden aan de kozijnen gemiddeld moeten worden vastgesteld, en heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht aan eiseres.