Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.REDIVIVUS B.V. te Wassenaar,
[gedaagde 2]te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
- de in de spreadsheet aangegeven aantallen dagen,
- het dagtarief van [gedaagde 2] (€ 1.440 per dag) en/of [P] (€ 800 per dag) en
- kosten.
- i) een ongedateerd handgeschreven document (‘the acknowledgement’) waarbij [A] het schilderij in levenslang beheer geeft aan [F] (hierna: document (i)) en
- ii) een getypt document d.d. 18 mei 1984, waarbij [A] het schilderij in eigendom overdraagt aan [eiser] (hierna: document (ii).
provenance.Dat is een getypte versie, voorzien van de datum 5 maart 1984 (hierna: document (iii)). Volgens Redivivus is het onwaarschijnlijk dat [A] zowel een handgeschreven als een getypte versie op papier zou hebben gezet, waarbij de ene versie wel is gedateerd en de andere niet van een datum is voorzien. Redivivus acht het verder opvallend en onlogisch dat [eiser] document (iii) niet heeft laten beoordelen door de Federal Archive Agency. Verder dringt de vraag zich volgens Redivivus op waarom [A] het schilderij eerst op 5 maart 1984 voor
lifelong custodyaan [F] zou hebben gegeven, om het slechts negen weken later plotsklaps voor een onbekend bedraag aan [eiser] te verkopen. Dit is volgens Redivivus onlogisch, terwijl het tot slot onduidelijk is hoe de destijds in de Sovjet Unie wonende [A] het schilderij naar de in Parijs wonende [F] heeft weten te smokkelen. Volgens Redivivus lijkt het erop dat [A] het schilderij aan [F] heeft willen geven op een moment dat hij daar een goede reden voor had, namelijk midden in de jaren ’90, toen hij met zijn collectie naar Amsterdam was gevlucht en de collectie daar vervolgens werd geplunderd. Dit verklaart volgens Redivivus waarom het handgeschreven document (i) niet gedateerd is. Redivivus concludeert dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat [A] in maart 1984 het schilderij in
lifelong custodyzou hebben gegeven aan [F] vervolgens, zoals [eiser] heeft verklaard, [5] op 18 mei 1984 een brief zou hebben ondertekend waarbij hij [F] opdracht zou hebben gegeven om het schilderij aan [eiser] te verkopen.
my late husband, [F] , has never received any Malevich paintings from [A] for “permanent custody”;
my husband never sold / given this painting to one [eiser] ;
I have never heard of [eiser] before this affair, neither from my husband, nor from [A] ;
I have at least one personal letter from [A] to my husband dated 1984, it does not mention [eiser] nor the painting in question; nor the other letters dated 1984-1992.
[A] ’s handwriting on the 1984 letter in my possession seems quite different from the handwriting on the RGALI document. But I am not an expert of course. A jpf file is attached comparing pages from my 1984 letter (not signed) and another from 1992 (signed).”
My late husband [F] (1937-1999), a french and Russian poet and translator, emigrated from the Soviet Union to france in 1981 together with our elder son [zoon 2 van F] . We had very limited contact after that, for we remained separated between 1981 and 1985 by the Iron Curtain. Together with my younger son [zoon van F] , 1 joined [F] and [zoon 2 van F] in France only in 1985.
[F] was indeed a very close and trusted friend of [A] , a well known Russian writer and histonan of art as well as a famous collector of Russian avant garde. In my view, it is not unlikely that [A] had contacts with [F] outside my knowledge. 1 believe that it is equally not unlikely that [F] , as [A] ’s trusted friend, may have carried out certain tasks on his demand without telling me.
I do not exolude the possibility that 1 personally met [eiser] in [woonplaats 1] before my emigration to France, because we had friends in common. Many years have passed since those days. When Mr. Boucher asked me about this matter in December2017, it was difficult for me to recail the circumstances dating back over thirty years.
In relation to the mentioned Malevich painting, Mr. Boucher has emailed us black-and white scans of documents purportedty written by [A] . Neither me nor my son are experts on handwriting. Hence we were unable to evaluate the authenticity of [A] ’s notes or letters presented by [eiser] . However, having carefully examined the documents, we wish to declare that we trust the certificates of authenticity established by [expert] , an expert on [A] ’s documenis at the Russian State Archive of Literature and Art (RGALI). Both me and my son, who is now an associate professor in Russian and Sovjet history at Lille University and specializes in the cultural Cold War, consider this specialist opmion trustworthy.
Once again I wish to emphasize that my previous declaration made on December 23, 2017, has been founded on limited and partial information provided by Mr. Boucher.”
provenancevan het schilderij, kan niet worden getrokken.
provenanceis opgenomen waaruit volgt dat het schilderij door [A] is verkregen uit de verzameling van [W] in Zwitserland. Volgens Redivivus is het hoogst onwaarschijnlijk dat het schilderij ooit in het bezit van [W] is geweest, temeer daar [W] het schilderij vervolgens op het hoogtepunt van de koude oorlog van Zwitserland naar [woonplaats 1] zou hebben gesmokkeld om het daar aan de daar wonende verzamelaar [U] af te geven of te verkopen. Redivivus verwijst hier naar de kwalificatie van [T] van de stelling dat [U] het schilderij in eigendom heeft gehad en/of aan [A] zou hebben verkocht als ‘science fiction’. Volgens Redivivus is het bovendien raar dat [A] dit zou opnemen in document (ii), aangezien hij daar alleen maar last mee zou krijgen. Redivivus merkt in dit verband op dat [O] aan haar te kennen heeft gegeven dat [A] hem in 1970 niet heeft willen bevestigen dat hij het schilderij in eigendom had, omdat hij dit vermoedelijk slechts in bruikleen had en nooit aan de rechtmatige eigenaar heeft teruggegeven. Volgens Redivivus geeft dit een en ander gegronde reden om te twijfelen aan de echtheid van de twee getypte documenten ((ii) en (iii)), met een (makkelijk te vervalsen) handtekening. Redivivus heeft evenwel geen nader bewijs bijgebracht van deze stellingen, die daarmee niet zijn komen vast te staan.
provenancevan [eiser] zat.