ECLI:NL:RBDHA:2019:1835
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië en kwetsbaarheid eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 22 januari 2019 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. Eiser voert aan dat hij als kwetsbare asielzoeker, vanwege zijn afkomst en seksuele geaardheid, niet kan terugkeren naar Italië zonder inbreuk op zijn mensenrechten. De rechtbank overweegt dat de Italiaanse autoriteiten niet tijdig hebben gereageerd op het terugnameverzoek van Nederland, waardoor Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De rechtbank volgt de eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is geoordeeld dat de situatie in Italië niet zodanig is dat overdracht aan dat land in strijd is met de mensenrechten. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat eiser als kwetsbare persoon in Italië niet adequaat zal worden behandeld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.