4.4.1[slachtoffer 1]
Door de verdediging is aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer 1] niet betrouwbaar zijn.
Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van verklaringen van getuigen komt in de eerste plaats belang toe aan de consistentie, nauwkeurigheid of gedetailleerdheid, en volledigheid van die verklaringen. Echter, waar de verklaringen op deze punten onvolkomenheden bevatten, betekent dat niet automatisch dat deze reeds daarom onbetrouwbaar zouden zijn.
Het onderzoek is omvangrijk geweest, waarbij [slachtoffer 1] op uiteenlopende tijdstippen uitgebreide verklaringen heeft afgelegd over feiten en omstandigheden die zich in de voorgaande jaren zouden hebben voorgedaan.
Van belang is dat zij bij het afleggen van haar verklaringen specifieke vragen heeft moeten beantwoorden over haar werk in de prostitutie en haar redenen om dit werk te gaan doen.
Zij heeft op acht verschillende momenten een verklaring afgelegd en niet alleen op hoofdlijnen, maar ook op detailniveau consistent verklaard. Zij heeft uitgebreid en consistent verklaard over haar persoonlijke omstandigheden, haar relatie met de verdachte en de redenen waarom zij in de prostitutie is gaan werken. Daarbij heeft zij zichzelf niet ontzien. Zij heeft gewezen op de schulden die zij zelf heeft veroorzaakt en die moesten worden afgelost. Zij heeft verklaard dat zij min of meer heeft ingestemd met het werken in de prostitutie. Daarnaast heeft zij ook meerdere keren benadrukt dat de relatie met de verdachte niet altijd slecht was. Ook heeft zij verklaard dat de verdachte soms zei dat ze moest stoppen en dat zij dan toch doorging. Dit wordt bevestigd in WhatsApp- en sms-berichten tussen de verdachte en [slachtoffer 1] . Tegelijkertijd bevestigen deze berichten ook verschillende onderdelen van haar verklaring die belastend voor de verdachte zijn.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank de vele verklaringen van [slachtoffer 1] voldoende betrouwbaar.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat de verklaringen van [slachtoffer 1] niet van het bewijs zullen worden uitgesloten; het desbetreffende verweer wordt dan ook verworpen. Wel zal de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 1] behoedzaam bezien en (gedeeltes daarvan) gebruiken voor het bewijs waar ze voldoende verankering vinden in andere bewijsmiddelen.
Dat [slachtoffer 1] in de ten laste gelegde periode in de prostitutie werkzaam was, heeft ter terechtzitting niet ter discussie gestaan.Evenmin heeft ter discussie gestaan dat de verdachte in deze periode een relatie met haar had en op de hoogte was van het werk waarmee zij haar geld verdiende.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van [slachtoffer 1] in de zin van (één of meer onderdelen van) artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht en of hij haar heeft verkracht en mishandeld. Met betrekking tot de vraag naar de bewezenverklaring van het tenlastegelegde overweegt de rechtbank het volgende.
De verklaringen van [slachtoffer 1]
heeft op 1 februari 2018 een eerste verklaring afgelegd over haar gedwongen werk in de prostitutie en aangifte gedaan van zware mishandelingen. Tijdens een informatief gesprek zeden op 8 februari 2018 heeft zij opnieuw een verklaring afgelegd. [slachtoffer 1] is vervolgens op 22 februari 2018 nader gehoord en zij heeft toen aangifte gedaan van verkrachtingen. Daarnaast heeft zij nog verklaringen afgelegd op 5 en 25 april 2018 waarbij zij ook aangifte heeft gedaan van mensenhandel. Hierna zijn nog verklaringen afgelegd op 18 mei 2018 en 27 juni 2018 en tenslotte heeft zij op 7 januari 2019 als getuige en verklaring afgelegd bij de rechter-commissaris. Zij heeft onder meer het volgende verklaard.
[slachtoffer 1] heeft de verdachte leren kennen in december 2014 en sinds januari 2015 hadden zij een relatie. In februari 2015 bleek zij zwanger te zijn en op 20 november 2015 is hun dochter [dochter slachtoffer 1] geboren.
Hoewel het begin van de relatie zonder problemen verliep, werd [verdachte] na een paar maanden agressiever, bijvoorbeeld in hoe hij haar benaderde, en veranderde hun relatie. [slachtoffer 1] was heel onderdanig in de relatie; ze pikte alles en praatte het ook wel goed.
[slachtoffer 1] heeft van 23 januari 2017 tot 24 maart 2017 vastgezeten vanwege een veroordeling voor fraude en is in de maanden hierna begonnen met het werken in de prostitutie. [verdachte] en zij hadden veel schulden die moesten worden afbetaald. Hij heeft veel regelingen getroffen toen zij vast zat. Hij deed de administratie. In het begin heeft hij wel wat binnenkomende rekeningen betaald, dit was tot juni/juli 2017. Daarna heeft zij er geen zicht meer op gehad. Het geld dat zij verdiende, legde zij op tafel voor hem neer of hij haalde het zelf uit haar portemonnee. [verdachte] wilde haar geld hebben, omdat hij alles regelde.
Zij is op initiatief van [verdachte] begonnen met het werken in de prostitutie en is daarin meegegaan omdat zij ook schulden heeft laten ontstaan. Hij beloofde haar ‘als je dit gaat doen dan komen we eruit, ik houd van je’. Het was een soort houvast voor haar, zo van: ‘ik moet dit doen, ik heb ook een stukje goed te maken’. Zij geloofde oprecht dat hij van haar hield en dat alles goed zou komen. Zij heeft ook gezegd: ‘ik heb ook horecapapieren, laat mij op het strand werken, dan heb je veel fooien, dan verdienen we ook genoeg’. Maar dat wilde hij niet, dat duurde te lang. Zij heeft daar ‘een soort van’ mee ingestemd, omdat zij hem toen geloofde. Zij heeft hem laten weten dat zij het echt niet wilde, dat zij het niet kon, maar hij was haar enige houvast. Zij heeft ook even gedacht: ‘dit is mijn leven, ik accepteer het wel’. Maar zij heeft het nooit vrijwillig gedaan, zij heeft het nooit helemaal geaccepteerd.
[slachtoffer 1] en [verdachte] hebben wel gesproken over stoppen. [slachtoffer 1] had vaak momenten dat zij niet meer kon. Zij appte hem dan. Er waren momenten nadat zij met klanten was geweest dat zij het fysiek niet aan kon, dat zij alles eruit kotste. Maar hij pushte dan van: ga ermee door. Er waren ook momenten dat [verdachte] juist zei dat hij vond dat zij moest stoppen, maar dan zei [slachtoffer 1] dat zij toch doorging. Zij heeft ook berichten gekregen van: ‘als je nu thuiskomt, dan ga je maar met je blote kut op de gang liggen en dan trek je misschien wel klanten’. De momenten dat hij zei ‘doe het wel en het moet’ waren overheersend. [slachtoffer 1] wilde het op een gegeven moment aan hem bewijzen, hij was haar enige waarheid en enige houvast. Hij heeft haar vaak genoeg gezegd dat als zij niet bezig was of met vriendinnen was, dat zij haar dochter gedag kon zeggen. Hij zei dingen als: ‘zonder mij ben je niks, zonder mij ben je in de goot’ en op een gegeven moment ging zij dat geloven.
Zij heeft in privéhuizen gewerkt, achter de ramen op de Wallen in Amsterdam en via advertenties op seksjobs.nl in een hotel en escort- en cardates. Ze heeft achtereenvolgens bij [bedrijf] in Dordrecht (mei 2017), bij [bedrijf] in Amersfoort (twee weken in juni 2017) en bij [bedrijf] in Amsterdam (eind juni, juli en augustus 2017) gewerkt. Hierna is zij in september 2017 begonnen met werken achter de ramen op de Wallen in Amsterdam, waarvoor zij zich ook heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Toen dat uiteindelijk ook niet genoeg verdiende is zij in oktober 2017 in het [hotel] in Vianen gaan werken via advertenties op seksjobs.nl. Dat moest van [verdachte] . Daar werkte ze dan in het weekend en doordeweeks deed ze escort- en cardates. In de hotels heeft ze 13 of 14 weekenden gezeten van vrijdag tot en met zondag. Ze heeft tot 28 januari 2018 via de advertenties gewerkt. Die dag is zij samen met [dochter slachtoffer 1] , met hulp van [getuige 1] , haar huis ontvlucht.
[verdachte] bracht haar vaak naar haar werk toe en dan stapte zij huilend uit en zei hij: “kom op je kan het wel, vanavond heb je weer geld”. Als [verdachte] haar niet kon of wilde brengen, ging zij met het openbaar vervoer. [verdachte] wilde weten wat ze met klanten deed. Ze mochten nooit per telefoon reageren, want dan konden ze haar bellen en had hij er geen controle over, dus het was altijd per mail. [verdachte] checkte haar e-mails. Hij zei wat ze moest doen met de klanten. Hij gaf aan wat hij wel goed vond en wat niet. Hij is er achter gekomen dat zij een keer seks had met een klant zonder condoom. Hij had een app op haar telefoon gezet waarbij hij alles kon zien wat zij op haar telefoon deed, een soort Spyware app. Hij kon met de inloggegevens precies zien wanneer iemand wilde komen. Hij wilde precies weten wanneer iemand weg ging of binnen kwam. Zij moest [verdachte] een berichtje sturen als zij werd uitgekozen en moest [verdachte] een appje sturen voor hoelang zij een klant had. [verdachte] reageerde ook op de advertenties op seksjobs.nl als zij niet snel genoeg reageerde.
Het geld dat [slachtoffer 1] verdiende, moest zij aan [verdachte] afstaan. Soms ging het geld direct naar hem, zodra hij haar op kwam halen. Het was contant geld. Zij gaf het gelijk aan hem, omdat hij dan al had uitgerekend hoeveel zij moest hebben en dan vroeg hij dat meteen als zij in de auto stapte. Zij mocht dan 10 of 20 euro zelf houden om de volgende dag eten te halen. De laatste tijd in het hotel kwam hij er heen rijden om geld te halen. Het laatste weekend had zij niet genoeg verdiend. Zij wilde haar kamernummer niet geven, maar uiteindelijk heeft zij dat toch gedaan, omdat hij anders [dochter slachtoffer 1] mee zou nemen. Toen is hij haar kamer in gekomen en heeft haar in elkaar geslagen. In [snackbar] , heeft [verdachte] wel geld uit haar portemonnee gepakt. [slachtoffer 1] denkt 400 euro of zo. Hij pakte dat er uit en toen pakte hij een tientje terug en gooide dat naar haar op tafel. Dat is voor jou zei hij toen.
[slachtoffer 1] is tijdens de relatie vele malen mishandeld. In het begin dacht zij dat er een reden voor was dat hij af en toe agressief was. Stress van zijn ex omdat zij mogelijk zwanger was van hem. Toen kwam de overlijdensdatum van zijn vader en werd hij geopereerd aan zijn schouder. Zij gaf dat steeds de schuld dat het gebeurde. Zij bleef bij hem voor [dochter slachtoffer 1] .
Dat hij agressief werd, uitte zich in schelden, slaan, stompen, met de tondeuse stukken van haar haar afhalen en sigaretten uitdrukken op haar benen. Tegen haar omgeving zei zij dat het ongelukjes waren en ze heeft verteld dat ze op kickboksen was gegaan. Met kerstavond 2016 sloeg hij haar in de auto met zijn hand met zegelring in haar gezicht.
Het uitdrukken van sigarettenpeuken op haar lichaam is vanaf oktober en november 2017 geweest. Zij heeft deze plekken met make-up kunnen verbergen en zij had altijd kousen aan zodat je ze niet zag. Haar zus heeft deze plekken gezien. [getuige 1] heeft letsel bij haar gezien en ook op de crèche hebben ze wel wat meegekregen van letsel in haar gezicht, maar dan vertelde zij dat het door iets anders kwam. Ook bij een bezoek van Veilig Thuis heeft zij over een blauw oog verklaard dat het door een klant kwam. Als zij de waarheid zou vertellen, zou er een rapport zijn en dat zou bij [verdachte] komen en dan zou hij alsnog [dochter slachtoffer 1] afpakken. Hij heeft altijd gezegd: “Als je bij mij weg gaat, dan krijg je jouw dochter niet meer te zien en jij hebt toch niets of niemand meer.” En dat had ze ook niet.
Zij heeft een keer een klap gekregen waar [getuige 2] bij was. Een andere keer heeft hij haar bont en blauw geslagen, gedreigd met een mes en dat hij haar vingertoppen er af zou knippen en toen heeft hij met een tondeuse plukken uit haar haar geschoren. [getuige 2] was daar getuige van.
[verdachte] en [slachtoffer 1] gebruikten cocaïne, dat werd betaald van het geld dat zij verdiende. Als [verdachte] gebruikte werd hij altijd heel erg lief. Zij deed daar dan aan mee. Hij was dan echt de droomman. Zij hield toen ook echt van hem. [slachtoffer 1] is blijven werken in de prostitutie, omdat zij zich er bij neer had gelegd. Zij dacht dat hij ooit genoeg zou hebben. Want hij zei dat als zij genoeg had verdiend ze iets op gingen bouwen en zij heeft dat ook een tijdje geloofd.
De verklaringen van getuigen
Op woensdag 11 april 2018 is [getuige 1] als getuige gehoord. Zij verklaarde onder meer dat zij de verdachte op 27 september 2017 heeft leren kennen in [snackbar] . Enige tijd later werd [getuige 1] door [verdachte] voorgesteld aan zijn vriendin [slachtoffer 1] en hun dochter [dochter slachtoffer 1] . [getuige 1] heeft verklaard dat zij bij [slachtoffer 1] een hele dode blik zag, die zij herkende omdat zij in haar jeugd ook was verkracht en geslagen. Na deze ontmoeting zag [getuige 1] [slachtoffer 1] ongeveer 2 à 3 keer per week. [getuige 1] heeft in [snackbar] gezien dat [verdachte] 1600 euro van [slachtoffer 1] afnam. Hij pakte het zelf uit haar portemonnee. [slachtoffer 1] zei nadat [verdachte] dit geld had afgenomen ‘ik heb nu nog maar 5 euro’. Hierop zag [getuige 1] dat [verdachte] een briefje van vijf euro naar [slachtoffer 1] toegooide en zei ‘nu heb je een tientje’. Op een gegeven moment kreeg zij een bericht van [verdachte] dat [slachtoffer 1] iemand zonder condoom had gepijpt en dat hij haar toen een stomp op haar oog had gegeven. [getuige 1] heeft in de woning van [verdachte] en [slachtoffer 1] gezien dat [slachtoffer 1] onder de blauwe plekken zat op haar benen, armen en haar buik. Zij denkt dat dit november of december 2017 was. [getuige 1] heeft verder verklaard dat zij van [slachtoffer 1] heeft gehoord dat zij werd mishandeld door [verdachte] en dat zij van [verdachte] in de prostitutie moest werken om schulden van [verdachte] in te lossen. [getuige 1] heeft de familie van [slachtoffer 1] ingelicht en samen met de moeder en zus van [slachtoffer 1] hebben zij haar weggehaald uit de woning in [plaatsnaam] .
Op 15 mei 2018 is [getuige 2] als getuige gehoord. Zij verklaarde onder meer dat zij [verdachte] ongeveer één jaar geleden heeft leren kennen via een datingsite. Zij heeft [slachtoffer 1] bij [verdachte] thuis ontmoet. Tegen haar was [verdachte] lief, leuk en aardig, maar tegen [slachtoffer 1] een stuk minder. Zij moest alles maar doen en als hij honger had, moest zij het eten maken. Hij snauwde tegen haar. Er werd haar verteld dat [slachtoffer 1] veel schulden had gemaakt en daarom in de prostitutie ging werken. [slachtoffer 1] vertelde haar dat het haar eigen keuze was. Dat ze het wel moeilijk vond, maar dat ze er wel achter stond. Ze had wel eens dagen gehad dat ze liever niet dan wel ging. [verdachte] ging de laatste maanden haar mail beheren. Hij ging de reacties die zij kreeg keuren of ze dan wel of niet moest gaan. Hij deed dat omdat hij haar niet vertrouwde. [slachtoffer 1] werkte via de site Cardate en later vanuit een hotel via de site Seksjobs. Ze heeft ook in een privéhuis in Amsterdam en achter de ramen gewerkt. Ze heeft verder verklaard dat [verdachte] [slachtoffer 1] een keer op straat in Scheveningen geslagen heeft, toen hij er achter kwam dat zij de huur niet had betaald en zei dat ze dat wel had betaald. Daarnaast had hij een keer in een mail gezien dat ze onveilige seks zou hebben gehad. [getuige 2] was toen in de douche met de kinderen en [slachtoffer 1] en [verdachte] waren in de keuken. Daarna had [slachtoffer 1] blauwe plekken op haar benen en armen. Ze hoorde: ‘Nee, nee, niet doen! Stop!’ en zag later toen de deur open was dat hij naast haar stond met een mes en zei dat hij haar voor het leven ging tekenen. [verdachte] heeft ook met een scheerapparaat bij haar gestaan, zodat hij haar hoofd zou kaalscheren. Het geld dat [slachtoffer 1] verdiende werd uitgegeven of in een lade gelegd. Zij heeft niet gezien dat er rekeningen van werden betaald. Het was volgens haar meer in het beheer van [verdachte] , want als [slachtoffer 1] wat had gepakt moest zij verantwoorden waarvoor zij dat had gepakt. Ze had weleens dagen dat ze niets verdiende of heel weinig en zij kreeg dan wel commentaar van [verdachte] dat ze beter haar best moest doen. Hij baalde er soms wel van dat het minder was dan dat hij eigenlijk had gehoopt. Zij verklaarde ook dat [verdachte] ‘zo op [slachtoffer 1] en het geld zat’.
Op 13 april 2018 is E.E. [slachtoffer 1] (de zus van [slachtoffer 1] ) als getuige gehoord. Zij heeft onder meer verklaard dat [slachtoffer 1] met kerst 2016 een dikke lip had. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij brandplekken van sigaretten op haar benen heeft gezien. Ook heeft zij verklaard dat het contact met [slachtoffer 1] tijdens de relatie met [verdachte] steeds minder werd.
Op 19 april 2018 is [moeder slachtoffer 1] (de moeder van [slachtoffer 1] ) als getuige gehoord. Zij heeft onder meer verklaard dat [verdachte] [slachtoffer 1] regelmatig afsnauwde en dat [slachtoffer 1] ook af en toe onder de blauwe plekken zat, waarvan [slachtoffer 1] dan zei ‘dat komt door het stoeien’. Op kerstavond 2016 heeft zij gezien dat [slachtoffer 1] een hele dikke lip had. Ook heeft zij verklaard dat zij steeds minder contact met [slachtoffer 1] had.
Overige bevindingen
Uit het rapport van Veilig Thuis blijkt dat [slachtoffer 1] een aantal keren is gezien met een blauw oog en dat zij verklaarde dat het door klanten kwam.
Door de politie zijn foto’s gemaakt van het letsel bij [slachtoffer 1] .In het rapport van 18 december 2018 over het letsel op de benen van [slachtoffer 1] heeft de forensisch [arts] geconcludeerd dat haar bevindingen veel waarschijnlijker zijn wanneer het letsel is veroorzaakt door het uitdrukken van brandende sigaretten peuken dan wanneer het letsel zou zijn veroorzaakt door een andere oorzaak.
WhatsApp-berichten en sms-berichten
In het dossier bevindt zich een grote hoeveelheid WhatsApp berichten tussen [slachtoffer 1] en de verdachte. De rechtbank stelt vast dat zij in de periode van april 2017 tot en met 25 november 2017 vele berichten hebben verzonden die onder meer zagen op het werk van [slachtoffer 1] in de prostitutie.
In het dossier bevindt zich eveneens een grote hoeveelheid sms-berichten tussen [slachtoffer 1] en de verdachte in de periode 29 november 2017 tot en met 29 januari 2018. De rechtbank stelt vast dat zij ook in deze periode veel berichten hebben verzonden die zagen op het werk van [slachtoffer 1] in de prostitutie.
Uit de vele berichten heeft de rechtbank geconstateerd dat het contact tussen [slachtoffer 1] en de verdachte varieerde van normale berichten tussen partners tot gescheld, gevloek en beledigingen. [slachtoffer 1] sprak vaak over een ‘plicht’ om haar schulden af te lossen. Dit werd ook wel bevestigd door de verdachte, want [slachtoffer 1] had de problemen veroorzaakt.
Gelet op de hoeveelheid berichten, zal de rechtbank hieronder naast de berichten die zijn ten laste gelegd, een aantal berichten noemen op basis waarvan zij vaststelt dat de verdachte bemoeienis had met het werk van [slachtoffer 1] in de prostitutie. Bijvoorbeeld berichten waarin [verdachte] vraagt of [slachtoffer 1] een klant heeft, of [slachtoffer 1] al klaar is, hoeveel [slachtoffer 1] heeft verdiend, of [slachtoffer 1] naar huis kan komen, wat [slachtoffer 1] mag doen met een klant, dat ze beter haar best moet doen en dat ze geld moet verdienen.
15 juni 2017:
[slachtoffer 1] stuurt een bericht dat ze altijd huilend naar huis komt en vanwege haar werk moest kotsen.
20 juli 2017:
[verdachte] is boos omdat ze vandaag maar één klant heeft gehad. [slachtoffer 1] zegt dat er niet veel klanten waren. [verdachte] vindt dat [slachtoffer 1] beter haar best moet doen.
23 juli 2017:
[slachtoffer 1] heeft niet veel verdiend met werken. [slachtoffer 1] zegt dat ze er niks aan kan doen. [verdachte] zegt dat ze achter de ramen kan gaan staan. [slachtoffer 1] vindt het heel vervelend dat hij dat voorstelt. [slachtoffer 1] stelt voor dat zij escort kan gaan doen. Er ontstaat een ruzie waarbij [verdachte] vindt dat hun relatie over is. [slachtoffer 1] oppert om advertenties op sexjobs.nl te zetten. [slachtoffer 1] wil [verdachte] niet kwijt, als ze daarvoor haar eigen grenzen over moet, dan doet ze dat.
2 augustus 2017:
[slachtoffer 1] zegt dat ze haar best gaat doen, waarop [verdachte] reageert dat ze dat altijd moet doen. Daarna volgen er veel berichten over het werk, een controle, klanten en zegt [slachtoffer 1] dat ze moest overgeven. [verdachte] zegt op een gegeven moment dat hij van [slachtoffer 1] houdt en respect voor haar heeft. Hij zegt ook dat hij een klootzak kan zijn, maar een engel is als zij haar best doet. [slachtoffer 1] zegt op een gegeven moment dat ze 332 euro heeft verdiend.
30 augustus 2017:
[slachtoffer 1] zegt: Hoop dat ik snel weer naar huis mag komen. [verdachte] zegt: Ligt eraan hoe snel het opgelost is. [slachtoffer 1] zegt: Mag ik pas terug als alles betaald is? [verdachte] zegt: Ja. Wat had je dan verwacht. Dit kan zo niet. En dit moet opgelost zijn.
22 september 2017:
[verdachte] zegt dat [slachtoffer 1] in het weekend gewoon 2000 euro bij elkaar moet werken, zodat ze in het weekend een normaal leven kunnen leiden. Dan wordt het draaglijker voor hen beiden.
14 oktober 2017:
[verdachte] en [slachtoffer 1] sturen meerdere berichten over geldbedragen en afspraken. [verdachte] zegt nog dat het wel weinig is voor 6 uur werken.
15 oktober 2017:
[verdachte] zegt dat als er vanavond geen geld is, dat zij maar buiten moet slapen.
3 november 2017: [verdachte] zegt ‘
Ga je met je kut op de gang liggen. Trek je je ze misschien el naar binnen.
3 november 2017
[verdachte] : rij mezelf zo tegen een boom an [dochter slachtoffer 1] en ik Lekekr. Aar boven’.
3 en 4 november 2017:
[slachtoffer 1] vraagt of zij nog steeds moet laten weten wanneer zij klanten heeft, als [verdachte] gaat slapen. [verdachte] zegt dat dat ze moet appen als er iemand komt, maar dat hij niet terug gaat appen. [slachtoffer 1] stuurt dan een aantal keren wanneer zij een klant heeft en wanneer de klant weer weg is.
2 december 2017:
[slachtoffer 1] stuurt: Hoe is t met [dochter slachtoffer 1] ? [verdachte] zegt: Die os dood. [slachtoffer 1] zegt: Doe nou eens normaal… Heeft ze goed geslapen? [verdachte] zegt: Heb dr opgehangen. [slachtoffer 1] zegt: Jij zou je dochter nooit wat aandoen. [verdachte] zegt: O. Nou vooruit.
8 december 2017:
[verdachte] zegt: Kom dat geld ff brengen aub. [slachtoffer 1] zegt: Nu. [verdachte] zegt: Ja. [verdachte] zegt: [dochter slachtoffer 1] slaapt nu toch. Kamer 1. [slachtoffer 1] zegt: Ja. Bij de receptie geven. [verdachte] zegt: ????? [slachtoffer 1] zegt: Wat. [verdachte] zegt: ?. Gewoon om hoog lopen kamer 1. [slachtoffer 1] zegt: Ja. [verdachte] zegt: Kom eraan.
9 december 2017:
[verdachte] zegt: ik ga stoppen met smsen. [slachtoffer 1] zegt: OK. Wil je wel dat ik laat weten als er iemand is. [verdachte] zegt: Ja. En ik hou alles in gaten. Dus naai me niet aub want dat bedien ik niet.
9 december 2017:
[verdachte] zegt: je bent stil. [slachtoffer 1] zegt: Zit op reactie te wachten. [verdachte] zegt: (…) Mail het bedrag erachtaan en meld dat ie gelijk moet betalen voor die duren die die wil.
9 december 2017:
[slachtoffer 1] zegt: Half 9 heeft een ongeluk gehad. Komt dus niet. Wil je dat ik morgen blijf? Heb 2 die rond 12 uur willen komen. [verdachte] zegt: Ja. VAnavond ook gewoon inplannen. Je weet nooit of die andere afzegd.
10 december 2017:
[verdachte] zegt: Je fuckt de boel. [slachtoffer 1] zegt: Ik fuck niks. [verdachte] zegt: En als er iemand vraag om escort zeg ja doe aan escort naar zit nu in een hotel en niet nee geen escort Aleen hotel ontvangst en meisje wij hebben een heel geoot probleem straks met elkaar. Want jij heb het niet voor elkaar dus onze dochter kan niet meer naar het kdv top joh.
10 december 2017:
[verdachte] zegt: Waarom wis je alles. Weer wat te verbergen zeker? [slachtoffer 1] zegt: Ik wis die ik geblokkeerd heb. Als ik een email blokkeer word t verwijderd. [verdachte] zegt: Wat hadden we afgesproken over dat je zou het laten staan dus, Jenheb nog genieg te verbergen weet je wat ik denk dat je al die tijd zonder heb gedaan en nunje dat niet meer kan dus ook geen klanten heb.
16 december 2017: [verdachte] stuurt: ‘
[slachtoffer 1] kom op knallen, pak [getuige 2] d r auto. Je moet gewoon andere regio pakken, het schiet nu niet op nu’en als [slachtoffer 1] dan stuurt: ‘
je wordt boos als ik niet goed genoeg verdien. Ik wil liever niet zakken in prijs voor de trio maar wil jou ook niet kwaad hebben’, stuurt [verdachte] dat hij haar niet vertrouwt.
20 december 2017:
[verdachte] stuurt een bericht waarin hij zegt ‘zal ik ander zo me dochter oohaken en weg gaan’.
23 december 2017:
[slachtoffer 1] zegt: Kunnen we alsjeblieft een avondje samen zijn. [verdachte] zegt: Luister had je maar na moeten denken. [slachtoffer 1] zeg: Alsjeblieft. [verdachte] zegt: Ga maar zorgen dat je wat verdient. [slachtoffer 1] zegt: Ja. Breng zo [dochter slachtoffer 1] naar bed en dan kijk ik of ik mails heb of ergens op kan reageren. [verdachte] zegt: Ja advertentie omhoog gooien. [slachtoffer 1] zegt: Als ik wat heb verdiend kunnen we dan wel een leuke avond hebben. [verdachte] zegt: Misschien.
27 december 2017:
[verdachte] zegt: Ik bel helemaal niks zie je thuis wel. [slachtoffer 1] zegt: Wil je dat ik nog thuis kom dan? [verdachte] zegt: Jenhebt nog een schuld in te lossen. Dus je zal wel moeten. [slachtoffer 1] zegt: Ja. Je geld krijg je terug. [verdachte] zegt: Ja en zolang ben je bij ons heel simpel. [slachtoffer 1] zegt: En straks ga je weer los op me? [verdachte] zegt: (…) Ach man rot toch op. Waarom ben je bang omdat je weet dat ik gelijk heb.
30 december 2017:
[verdachte] zegt: Opkankeren met jou. Je liegt alles aan elkaar. Maar goed morgen ligt er min 180 op tafal.
25 januari 2018:
[verdachte] zegt: Je ziet me morgen. [slachtoffer 1] zegt: Hoop wel voor t avondeten want er is niks in huis en jij hebt al t geld.
27 januari 2018:
[verdachte] zegt: Evht kk leugenaar ben je. Kk dief van je eugen kk gezin. (…) Ik kom zo terug ik meen het. Wat is kamer nr. [slachtoffer 1] zegt: Als je zo doet dan wil ik niet dat je komt. [verdachte] zegt: Nu dat kamer nr. Ook zoiets niet doorgeven. [slachtoffer 1] zegt: Ik geef t niet als je zo doet…. Doe gewoon normaal. [verdachte] zegt: Nu. Zou maar opschieten als ik jou was. [slachtoffer 1] zegt: Nee, ik laat me niet aftuigen. Ik heb niks verkeerds gedaan. [verdachte] zegt: Oke zeg [dochter slachtoffer 1] maar gedag dan. [slachtoffer 1] zegt: Wordt rustig. [verdachte] zegt: Ze komt niet meer in je buurt. [slachtoffer 1] zegt: Doe eerst maar eens rustig en normaal. [verdachte] zegt: Je hebt het gehoord. [slachtoffer 1] zegt: Doe gewoon. [verdachte] zegt: Al je spullen wat je bij je heb kan je houden de rest pleur ik weg kom zo me laptop halen dan kijk je maar. [slachtoffer 1] zegt: Hou nou eens op. [verdachte] zegt: Je legt hem maar Lekekr bij de intonaite. Hoef jou nooit meer te zien. En zou maar opschieten. [slachtoffer 1] zegt: We hebben een dochter samen. ? Als je [dochter slachtoffer 1] sowieso af pakt dan hoef je ook niet naar mn kamer te komen.
De verklaringen van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie meerdere verklaringen afgelegd en heeft ook ter terechtzitting uitgebreid verklaard. Hij heeft ontkend zich schuldig gemaakt te hebben aan mensenhandel en verkrachtingen van [slachtoffer 1] . Hij heeft verklaard dat hij een relatie had met [slachtoffer 1] , dat zij tegen hem had gelogen over rekeningen en dat zij daardoor hoge schulden hadden. Hij zou zijn eigen gedeelte van de schulden aflossen met zijn eigen werk en [slachtoffer 1] zou haar gedeelte aflossen. Omdat zij niet in de schuldsanering kon en het geld anders meteen naar de schuldeisers zou gaan, hebben zij uiteindelijk samen besloten dat zij in de prostitutie zou gaan werken. [slachtoffer 1] is hier mee gekomen. Het was zwaar voor hem om te weten wat voor werk zij deed. Het geld dat zij verdiende in de prostitutie werd gebruikt om schulden af te lossen, rekeningen te betalen en voor de normale huishoudelijke uitgaven, zoals boodschappen. Hij heeft geen geld van haar afgepakt.
Hij wilde inderdaad dat [slachtoffer 1] hem een bericht stuurde wanneer zij een klant had en wanneer de klant weer weg was. Dat was voor de veiligheid. Hij heeft toegang gehad tot haar e-mailaccount omdat hij erachter was gekomen dat zij onveilige seks had gehad met een klant. Hij heeft haar toen een klap in haar gezicht gegeven. Door de e-mails kon hij haar advertenties en afspraken lezen. Hij heeft een app op haar telefoon geplaatst, waardoor hij haar berichten mee kon lezen. Met “min” in het bericht van 30 december 2017 wordt minimaal bedoeld.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van mensenhandel
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] op enig moment in mei 2017 is begonnen met werken in de prostitutie. Voor haar verklaring dat de verdachte haar in april 2017 heeft gedwongen om in de prostitutie te gaan werken en haar daarvoor linkjes heeft gestuurd van privéhuizen of andere werkplekken, ziet de rechtbank geen steun in het dossier. De enige steun zou gevonden kunnen worden in de WhatsApp-berichten, maar daar ziet de rechtbank ook dat [slachtoffer 1] zelf mogelijke werkplekken zocht en doorstuurde naar de verdachte. [slachtoffer 1] zou in die zin kunnen worden beschouwd als de gemiddelde mondige prostituee in Nederland. Zij koos zelf waar zij aan het werk ging en sloot daarvoor een arbeids- of opdrachtovereenkomst.
De rechtbank ziet echter dat de verdachte, door van [slachtoffer 1] te eisen dat zij hem berichten stuurde wanneer haar klanten kwamen en gingen en door het beheren van haar e-mails, in de loop van 2017 steeds meer invloed is gaan uitoefenen op [slachtoffer 1] . Daarbij ging hij meer en meer voorschrijven op welke manier en op welk moment [slachtoffer 1] haar werkzaamheden moest uitvoeren. Hij bracht en haalde [slachtoffer 1] regelmatig met de auto. Zij mocht niet naar huis als ze weinig had verdiend en ze moest dan beter haar best doen. Als [slachtoffer 1] liet weten te willen stoppen, zei de verdachte dat ze door moet gaan. Dat deze controle voor haar veiligheid was, acht de rechtbank ongeloofwaardig. [slachtoffer 1] werkte op andere locaties dan waar de verdachte zich bevond. De verdachte kon niet direct ter plaatse zijn bij onraad. Bovendien moest [slachtoffer 1] ook berichten sturen over de aanwezigheid van klanten als hij ging slapen. Hij heeft, toen [slachtoffer 1] vanuit hotels werkte, advertenties voor haar geplaatst en beheerde de reacties van klanten op die advertenties. Het was dus de verdachte die bepaalde waar en wanneer zij werkte en wat zij moest doen. De controle van de verdachte en zijn bemoeienis met het werk van [slachtoffer 1] worden ondersteund door de verklaring van [getuige 2] . Ook heeft zij verklaard dat de verdachte zei dat [slachtoffer 1] beter haar best moest doen, als ze niet zoveel geld had verdiend. Het bericht over het minimum van € 180,- dat op tafel moet liggen (bericht van 30 december 2017) onderbouwt dat de verdachte zich met de concrete hoogte van de van [slachtoffer 1] verwachte verdiensten bemoeide. Onder deze omstandigheden verkeerde [slachtoffer 1] niet meer in een situatie die gelijk is aan de omstandigheden waarin de gemiddelde mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
Uit het dossier blijkt voorts dat de verdachte financieel voordeel heeft genoten van de prostitutie van [slachtoffer 1] . Voordat [slachtoffer 1] in de prostitutie ging werken heeft zij in detentie gezeten. Zij verkeerde in financiële problemen door schulden van haarzelf en de schulden van de verdachte. Op grond van de eerder genoemde bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat [slachtoffer 1] een deel van haar verdiensten in de prostitutie aan de verdachte heeft afgedragen. De verklaringen van [slachtoffer 1] vinden op deze punten voldoende verankering in andere bewijsmiddelen. Zo blijkt uit de verklaring van [getuige 1] dat de verdachte geld van [slachtoffer 1] heeft afgepakt in [snackbar] . Daarnaast blijkt uit de WhatsApp-berichten onder meer dat de verdachte aan [slachtoffer 1] vroeg hoeveel ze had verdiend, dat ze beter haar best moest doen als ze weinig klanten had gehad, dat ze nog niet naar huis mocht als ze te weinig had verdiend, dat [slachtoffer 1] door hem onder druk werd gezet als ze niet een bepaalde hoeveelheid geld mee naar huis zou nemen. Verder blijkt uit de Whatsapp- en sms-berichten dat de verdachte regelmatig het verdiende geld kwam ophalen in het hotel waar [slachtoffer 1] werkte. Hieruit leidt de rechtbank af dat de verdachte aan de prostitutie van [slachtoffer 1] verdiende en dat hij haar dwong te blijven werken.
De reden voor [slachtoffer 1] om door te gaan met het werken in de prostitutie was vanwege [dochter slachtoffer 1] , zo heeft zij verklaard. De verdachte heeft verschillende keren gedreigd haar van [slachtoffer 1] af te nemen. Daarmee werd [slachtoffer 1] feitelijk onder druk gezet om door te gaan op het pad dat zij was ingeslagen, ongeacht of ze dat nog langer op vrijwillige basis deed. [slachtoffer 1] heeft zich daardoor geïsoleerd gevoeld en had, naast [verdachte] en [dochter slachtoffer 1] , niemand anders op wie zij kon terugvallen. Dit wordt bevestigd door de verklaringen van haar moeder, haar zus en [getuige 1] . Dat [slachtoffer 1] zich door deze omstandigheden in een afhankelijke situatie bevond, blijkt wel uit de omstandigheid dat zij uiteindelijk slechts met hulp van [getuige 1] met [dochter slachtoffer 1] heeft kunnen vluchten.
Dat [slachtoffer 1] ook is mishandeld vindt steun in de verklaringen van haar moeder, haar zus, [getuige 1] en [getuige 2] , in het rapport van Veilig Thuis en in het hierboven genoemde rapport ten aanzien van het letsel bij [slachtoffer 1] .
Uit het voorgaande blijkt dat de verdachte door dwang, geweld, bedreiging met andere feitelijkheden de kwetsbare positie van [slachtoffer 1] heeft aangegrepen om te leven van haar verdiensten als prostituee. [slachtoffer 1] stond een deel van haar inkomsten af, zonder dat daar een reële tegenprestatie tegenover stond.
Gelet op het voorgaande kan worden bewezen dat de verdachte door dwang, geweld, bedreiging met andere feitelijkheden en door misbruik van haar kwetsbare positie,
- [slachtoffer 1] heeft vervoerd met het oogmerk van seksuele uitbuiting (sub 1);
- [slachtoffer 1] ertoe heeft gedwongen en bewogen om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4);
- [slachtoffer 1] heeft gedwongen dan wel bewogen hem uit de opbrengst van haar seksuele handelingen te bevoordelen (sub 9).
Daarnaast kan worden bewezen dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] (sub 6). Feit 1 zal dienovereenkomstig bewezen worden verklaard.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van mishandeling
Zoals hiervoor al werd besproken heeft [slachtoffer 1] ook verklaard over verschillende mishandelingen. De rechtbank acht deze verklaringen ten aanzien van het slaan/stompen in haar gezicht en het uitdrukken van sigarettenpeuken op haar lichaam voldoende ondersteund door overige bewijsmiddelen. Zo wordt de verklaring over mishandeling door het uitdrukken van sigarettenpeuken ondersteund door het geconstateerde letsel, het rapport van de forensische arts en de verklaring van de zus van [slachtoffer 1] . De verdachte zelf heeft verklaard eenmaal een sigarettenpeuk op haar rug te hebben uitgedrukt. Het slaan/stompen in haar gezicht vindt steun in de verklaringen van de moeder en de zus van [slachtoffer 1] met betrekking tot Kerstavond 2016 en de verklaringen van [getuige 2] en [getuige 1] met betrekking tot de stomp in haar gezicht toen de verdachte er achter was gekomen dat zij onveilige seks had gehad. Ook de verdachte zelf heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] toen een klap in haar gezicht heeft gegeven. Genoemde mishandelingen kunnen wettig en overtuigend bewezen worden.
De rechtbank ziet onvoldoende steun met betrekking tot de overige ten laste gelegde handelingen en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van verkrachting
[slachtoffer 1] heeft in haar verklaringen uitgebreid verklaard over meerdere verkrachtingen. Hoewel de rechtbank haar verklaringen betrouwbaar acht, is de rechtbank - met de officier van justitie en de verdediging - van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] met betrekking tot de verkrachtingen onvoldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen. Zo is de verklaring van de verdachte dat hij thuis was toen [slachtoffer 1] thuiskwam na de ondergane abortus een tweede bewijsmiddel voor tijd en plaats van de verkrachting die volgens [slachtoffer 1] volgde, maar ziet niet op enig aspect van de verweten handelingen. Deze en andere verkrachtingen waarover [slachtoffer 1] verklaart passen in het beeld van de verdachte die gewelddadig is naar haar en niet maalt om inbreuken op haar lichamelijke integriteit, ook niet door derden. Dat vormt echter evenmin bewijs van de concrete verkrachtingen. Dit betekent dat de onder 3 ten laste gelegde verkrachtingen niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen en dat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.