In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, betreft het een verzoek tot voortzetting van een voorlopig getuigenverhoor in een civiele procedure tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Ablynx N.V. en verschillende entiteiten van Unilever. De beschikking is gegeven op 15 maart 2019 door rechter-commissaris M.E. Kokke. Ablynx, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.E. Pors, heeft verzocht om het horen van getuigen, waarvan de beschikbaarheid onderwerp van discussie is geweest. Unilever, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.E. Ebbink, heeft op 5 maart 2019 aangegeven dat de getuigen slechts op beperkte data beschikbaar zijn, wat door Ablynx als onvoldoende werd ervaren. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat de verhoren niet noodzakelijkerwijs op aaneengeschakelde dagen hoeven plaats te vinden, maar dat er wel voldoende tijd moet worden gereserveerd voor de getuigenverhoren. De voortzetting van het voorlopig getuigenverhoor is vastgesteld op 25 juni 2019 voor getuige [A] en op 10 juli 2019 voor getuige [B]. Tevens is bepaald dat Ablynx zorg moet dragen voor de aanwezigheid van voldoende Engelstalige stenotypisten tijdens de verhoren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.