ECLI:NL:RBDHA:2019:2637

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 maart 2019
Publicatiedatum
18 maart 2019
Zaaknummer
C/09/533461 / HA RK 17/294
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure tussen Ablynx N.V. en Unilever

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, betreft het een verzoek tot voortzetting van een voorlopig getuigenverhoor in een civiele procedure tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Ablynx N.V. en verschillende entiteiten van Unilever. De beschikking is gegeven op 15 maart 2019 door rechter-commissaris M.E. Kokke. Ablynx, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.E. Pors, heeft verzocht om het horen van getuigen, waarvan de beschikbaarheid onderwerp van discussie is geweest. Unilever, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.E. Ebbink, heeft op 5 maart 2019 aangegeven dat de getuigen slechts op beperkte data beschikbaar zijn, wat door Ablynx als onvoldoende werd ervaren. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat de verhoren niet noodzakelijkerwijs op aaneengeschakelde dagen hoeven plaats te vinden, maar dat er wel voldoende tijd moet worden gereserveerd voor de getuigenverhoren. De voortzetting van het voorlopig getuigenverhoor is vastgesteld op 25 juni 2019 voor getuige [A] en op 10 juli 2019 voor getuige [B]. Tevens is bepaald dat Ablynx zorg moet dragen voor de aanwezigheid van voldoende Engelstalige stenotypisten tijdens de verhoren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden uitgevoerd, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANKDEN HAAG
Team Handel
zaak- / rekestnummer: C/09/533461 / HA RK 17/294
Beschikking van de rechter-commissaris van 15 maart 2019
in het voorlopig getuigenverhoor van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ABLYNX N.V.,
te Ghent-Zwijnaarde, België,
verzoekster,
advocaat mr. W.E. Pors te Den Haag,
tegen

1.UNILEVER NEDERLAND B.V.,

te Rotterdam,
2.
UNILEVER NEDERLAND HOLDINGS B.V.,
te Rotterdam,
3.
UNILEVER N.V.,
te Rotterdam,
4.
UNILEVER RESEARCH AND DEVELOPMENT VLAARDINGEN B.V.,
te Vlaardingen,
5.
UNILEVER VENTURES HOLDINGS B.V.,
te Rotterdam,
6.
BAC IP B.V.,
te Naarden,
verweersters
advocaat mr. R.E. Ebbink te Amsterdam.
Verzoekster wordt hierna aangeduid als Ablynx en verweersters 1 t/m 6 tezamen als Unilever (vrouwelijk enkelvoud).

1.De voortzetting van het voorlopig getuigenverhoor

1.1.
Na afloop van het horen van getuigen op 18 en 19 februari 2019 heeft de rechter-commissaris Ablynx verzocht om binnen twee weken gezamenlijke verhinderdata op te geven voor de voortzetting van het voorlopig getuigenverhoor voor het horen van de drie resterende door haar voorgebrachte getuigen.
1.2.
Op 5 maart 2019 ontving de rechter-commissaris een e-mail bericht van Unilever dat nog te horen getuigen alleen op twee dagen in juli en vijf dagen in augustus 2019 beschikbaar zijn om gedurende twee opeenvolgende dagen naar Nederland te komen. Bij e-mail van eveneens 5 maart 2019 maakte Ablynx bezwaar tegen de geringe beschikbaarheid van de getuigen, waarbij zij er onder meer op wees dat het niet noodzakelijk is om de verhoren – zo twee dagen al nodig zijn – op achtereenvolgende dagen te plannen. De rechter-commissaris heeft daarop geoordeeld dat naar verwachting (maximaal) twee dagen moeten worden uitgetrokken voor de verhoren, maar dat het niet nodig is dat die dagen aaneengesloten zijn. Daarop heeft Unilever op 7 maart 2019 bericht dat de heer [A] tot en met 24 juni 2019 alle dagen verhinderd is en de heer [B] tot en met 9 juli 2019, en dat mevrouw [C] pas op 22 maart 2019 kan laten weten wanneer zij beschikbaar is.
1.3.
Gelet op (voormelde correspondentie over) de beschikbaarheid van de getuigen, en gelet op de beschikbaarheid van partijen en van de rechter-commissaris, wordt de voorzetting van het voorlopig getuigenverhoor bepaald als hierna in 3.1 vermeld. Over het horen van getuige [C] zal, in afwachting van haar beschikbaarheid, afzonderlijk worden beslist. De rechter-commissaris merkt op dat het voor alle partijen (inclusief de rechter-commissaris) doelmatig is om haar te horen, op dezelfde dag als één van de andere getuigen.

2.Wijze van vastlegging verklaringen van nog te horen getuigen

2.1.
De zitting ter gelegenheid van de getuigenverhoren van 19 februari 2019 is tevens benut voor het maken van afspraken over het horen van de resterende getuigen. Afgesproken is om de vragen aan en de verklaringen van de nog te horen Engelstalige getuigen woordelijk vast te leggen in het Engels met behulp van stenotypisten. Eveneens is afgesproken dat de rechtbank die verklaringen bij de beoordeling van het bewijs in een mogelijke hoofdzaak, zal behandelen als een in een Nederlandstalig proces-verbaal van een voorlopig getuigenverhoor vastgelegde getuigenverklaring. Deze afspraak is opgenomen in het proces-verbaal van het getuigenverhoor.
2.2.
In aansluiting op deze afspraak verduidelijkt de rechter-commissaris over de praktische uitwerking het volgende. De vastlegging in een Engelstalige verklaring heeft uitsluitend betrekking op het inhoudelijke deel van de verklaringen. De door de wet voorgeschreven formaliteiten (177 Rv) zullen in het (Nederlandstalige) proces-verbaal worden vastgelegd, dat door de getuige zal worden ondertekend. De uitgewerkte, woordelijke verklaring zal aan het proces-verbaal gehecht worden. Van de getuigenverhoren worden tevens geluidsopnamen gemaakt die aan partijen worden verstrekt. Bij die wijze van horen en vastlegging lijkt het niet nodig dat tevens tolken tijdens de zitting aanwezig zijn.
2.3.
Ablynx wordt als partij die de getuigen wenst te horen, opgedragen om zorg te dragen voor de aanwezigheid van voldoende - naar de rechter-commissaris aanneemt minimaal twee - Engelstalige stenotypisten.
2.4.
De rechter-commissaris ziet aanleiding om deze beschikking, voor zover nodig, ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.De beslissing

De rechter-commissaris:
3.1.
bepaalt dat de voortzetting van het voorlopig getuigenverhoor zal plaatsvinden:
op 25 juni 2019 te 09:30 uur, voor het getuigenverhoor van de heer [A] ,
en
op 10 juli 2019 te 09:30 uur, voor het getuigenverhoor van de heer [B] ,
in het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60 te Den Haag;
3.2.
bepaalt dat - behoudens in geval van overmacht - de datum van de verhoren
nietkan worden gewijzigd;
3.3.
beveelt Unilever om de rechter-commissaris zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 22 maart 2019, de verhinderdata van mevrouw [C] te doen toekomen;
3.4.
beveelt Ablynx om zorg te dragen voor de aanwezigheid van stenotypisten tijdens de verhoren, zoals in 2.3. bedoeld;
3.5.
verklaart deze beschikking voor zover nodig uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Kokke op 15 maart 2019 in aanwezigheid van
de griffier M. Barneveld Binkhuysen.