In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Den Haag op 24 april 2019, is een voegingsincident aan de orde. De eiseres in de hoofdzaak, de vennootschap naar vreemd recht Adaptive Spectrum and Signal Alignment, Incorporated (ASSIA), heeft KPN c.s. gedagvaard in een versnelde bodemprocedure in octrooizaken. Nokia Solutions and Networks Nederland B.V. heeft verzocht om zich te mogen voegen aan de zijde van KPN c.s. in de hoofdzaak, omdat zij een groot belang heeft bij de uitkomst van deze procedure. ASSIA heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voeging en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. KPN c.s. steunt de vordering van Nokia.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Nokia voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij belang heeft bij de voeging, aangezien de uitkomst van de hoofdzaak juridische en feitelijke gevolgen voor haar kan hebben. De rechtbank heeft de vordering van Nokia toegewezen, waarbij is bepaald dat de kosten van het incident door elke partij zelf gedragen worden. Tevens is bepaald dat de procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet volgens de eerder gegeven VRO-beschikking, waarbij Nokia op dezelfde momenten als KPN c.s. aan zet is in de procedure. De rechtbank heeft elke verdere beslissing aangehouden.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.Th. van Walderveen en is openbaar gemaakt op 24 april 2019. De zaak betreft civiel recht en intellectueel eigendomsrecht, met specifieke aandacht voor de regels omtrent voeging in procedures.