ECLI:NL:RBDHA:2019:7230
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van Dublinverordening met betrekking tot Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Thelosen, in beroep ging tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Eiser voerde aan dat hij slachtoffer was van mensenhandel en dat hij hierdoor recht had op een asielprocedure in Nederland. De rechtbank oordeelde echter dat eiser geen aangifte had gedaan van mensenhandel en dat het bestreden besluit terecht was genomen zonder te wachten op een gesprek met de politie of een eventuele aangifte. De rechtbank bevestigde dat verweerder zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kon baseren en dat er geen reden was om aan te nemen dat Italië zijn internationale verplichtingen zou schenden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.