ECLI:NL:RBDHA:2020:10325
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstandsuitkering en ingangsdatum in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag over de ingangsdatum van een bijstandsuitkering. Eiser, die vanaf 26 juli 2018 een IVA-uitkering ontving, had op 17 juni 2019 een bijstandsuitkering aangevraagd met een ingangsdatum van 23 mei 2018. Het college heeft de aanvraag afgewezen en de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht niet toegekend, omdat eiser niet tijdig een aanvraag had ingediend. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend.
De rechtbank heeft overwogen dat de bijstandsuitkering terecht is toegekend met ingang van 17 juni 2019, de datum waarop eiser zijn aanvraag indiende. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. Eiser had geen eerdere aanvragen of meldingen gedaan die als bijstandsaanvraag konden worden beschouwd. De rechtbank wees erop dat het op de weg van eiser ligt om zich te verzekeren van deskundig advies en dat eventuele onjuiste informatie van het Uwv niet aan het college kan worden verweten.
De rechtbank concludeerde dat de ingangsdatum van de bijstandsuitkering correct was vastgesteld en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.