Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Ik ken deze klant, (…), goed, omdat ik een heel plezierig contact met haar heb gehad. Ik zie op de baliebon dat er een terugbetaling is gedaan. Ik weet zeker dat er geen terugbetaling is gedaan. Ik weet dat zij al een parkeervergunning had en dat zij ook een deelautovergunning wilde hebben, waarschijnlijk vanwege een relatie. Ik heb met (…) over haar aanvraag gesproken, vandaar dat ik me het goed herinner. Die vergunning is ook afgegeven. De aanvraag is met pin betaald en de kassabon is naar boven, naar de kassier gegaan. De baliebon die u mij toont, heb ik nooit eerder gezien. Ik weet niet wie de paraaf, die in het vakje voor ontvangst staat, heeft gezet.”Ook staat er vermeld dat de
om wiens parkeervergunningen het dus zou gaan(cursief door de rechtbank) aan de heer [A] heeft meegedeeld dat er geen sprake is geweest van een terugbetaling. Met eiseres is over de transactie gesproken. Zij heeft ten aanzien van deze bon verklaard:
“Er is gepind voor producten op de bon. Ik heb geld naar beneden gedaan. Tussen de plusboeking en de minboeking zit een uur en drie kwartier. Ik vermoed dat ik deze niet van Semorah heb gehad. Ik heb teruggeboekt aan de hand van het bonnetje. Nee, er staat niets op. Er is geld naar beneden gegaan. Ja, voor de klant.”Nadat [Bedrijfsrecherche] eiseres er van op de hoogte heeft gebracht dat de bijzonderheden van de transactie zijn besproken met de baliemedewerker dat de betreffende burger heeft meegedeeld dat zij geen geld heeft teruggekregen, heeft eiseres verklaard:
“Als de burger geen geld heeft teruggehad dan is dat heel raar. Ik heb geld naar beneden gedaan. Waarom ik dat gedaan heb? Dat weet ik niet. Ik denk dat ik gebeld ben met de reden waarom. U zegt dat u mij adviseert nog eens goed na te denken. Ik begrijp wat u bedoelt. Luister, ik heb het geld niet. Ik heb wel de boeking gedaan. Sorry, ik denk dat het geld beneden is weggenomen. Ik ben laks geweest met controleren. Misschien had ik moeten zeggen dat ik om het bewijs van de reden van retournering had moeten vragen.”
“verkeerd aangeslagen”volgens handschriftvergelijkend onderzoek van eiseres is.
Ik herinner mij dit niet. Ik zie dat er op de baliebon ‘verkeerd aangeslagen’ is geschreven. Dat is niet mijn handschrift. Ja, in het begin maakt iedereen wel eens een fout. Klanten letten zelf ook op of het goed gaat. Als er geld is terug gegeven, dan moet de kassabon naar boven, naar de kassier zijn gegaan. De kras door de kassbon vind ik vreemd, dat is niet mijn werkwijze.”
“Dit is een bewonersvergunning. Dit is een minboeking. Er staat’verkeerd aangeslagen’. Ja dit is mijn handschrift. Met deze is geen geld omhoog gekomen, want anders had er een handtekening op de bon gestaan. De burger heeft niet contant betaald. Dit is beneden verkeerd aangeslagen, want de klant heeft gepind.”
“Mevrouw heeft geen geld bij zich - is geen geld omhoog gekomen”volgens handschriftvergelijkend onderzoek hoogstwaarschijnlijk door eiseres is geschreven. Ook wordt er verwezen naar een gespreksverslag (bijlage 77) met de op de kassabon vermelde baliemedewerker, mevrouw [F] . Zij heeft over deze baliebon verklaard:
“Dit is zo’n A4’tje. Dit is heel raar. Als een klant geen geld heeft, sla je niet af op de kassa. Dat heeft zich, voor zover ik me kan herinneren, nooit voorgedaan. Het handschrift op het A4’tje en op de baliebon is niet van mij. Ik weet niet wie dit geschreven heeft. Stel dat een dergelijke situatie zich zou voordoen, dan zou ik de klant in de gelegenheid stellen geld te halen. De bon zou ik dan laten liggen tot sluitignstijd. Als de klant dan toch niet verschijnt, dan zou ik de bon alsnog laten vervallen.”
“De tekst op de baliebon: ‘Mevrouw geen geld bij zich ….. enz.’ heb ik geschreven. Ik heb ook op de baliebon de tekst ‘terugboeken geen geld’ geschreven. Er is geen geld omhoog gekomen. Dit is een contante betaling. Het klopt zoals u zegt dat deze klant geen bewonersvergunning kan hebben, dat wil zeggen op dat moment niet. Ja, de handtekeningen op de baliebon ontbreken in de vakjes onder aan het formulier. Dat komt ook doordat deze klant geen geld heeft terug gehad. Het moet al zijn aangeslagen voordat de klant er achter kwam dat hij of zij geen geld had.”Nadat aan eiseres onder andere is meegedeeld dat de bijzonderheden zijn besproken met de baliemedewerker, dat de identiteit van de burger op wie de vergunning betrekking heeft bekend is geworden, dat is nagegaan of de betreffende vergunning al dan niet actief is, dat is gesproken met de betreffende burger over de transactie/betaling, dat een schriftkundig onderzoek is gedaan naar het handschrift op de bon en dat op basis van alle bevindingen gesteld kan worden dat de klant gewoon betaald heeft, dat het geld omhoog is gegaan, dat er geen terugbetaling of retour was en dat de geschreven vermelding op de bon haar handschrift is, heeft eiseres het volgende verklaard;
“Ik begrijp heel goed dat u denkt dat ik geld uit de kas heb weggegnomen, maar dat is absoluut niet het geval. Ik ben afhankelijk van wat mijn collega aan de balie mij aangeeft. Dit is heel vervelend. Ik begrijp dat alles in mijn richting wijst. Ik boek nooit zelfstandig een parkeervergunning terug, maar altijd in samenspraak met een collega. In het verleden, met de oude parkeervergunning, sloegen we in overleg wel eens een parkeervergunning terug, als er één teveel geboekt was. Dat deden we altijd in overleg. Ja, ik zou nu inderdaad zelfstandig retourboekingen kunnen doen. Dat is waar. Ik begrijp dat alles naar mij wijst, maar ik heb geen geld weggenomen. Alle retourboekingen die ik gedaan heb, deed ik op aanwijziging van een collega. Ik heb nooit geld weggenomen. Ik begrijp dat er enkele ordners vol zijn met onterechte retourboekingen. Ik doe mijn werk zoals het geleerd is. Ik heb al toegegeven dat ik de boekingen gedaan heb. Ik voer uitsluitend uit wat mijn collega aan de balie aangeeft. U zegt dat er betalingen zijn teruggeboekt, ook van parkeervergunningen die nog actief zijn. Ik blijf bij mijn uitleg van zojuist.”
Dit is raar. Hier zit geen handtekening op dat iemand het ontvangen heeft. In dit geval moet er zo’n handtekening op staan, want dit is gepind, dus moet er geld naar beneden zijn gegaan.”Nadat [Bedrijfsrecherche] eiseres heeft meegedeeld dat de bijzonderheden van de transactie met de baliemedewerker zijn besproken, dat de identiteit van de burger op wie de transactie betrekking heeft bekend is geworden, dat met deze burger is gesproken over alle bijzonderheden rond de transactie/betaling en dat alle bevindingen erop duiden dat de klant gewoon betaald heeft, dat er geen terugbetaling of retour is geweest heeft eiseres nog het volgende verklaard:
“Ik heb hier geen verklaring voor, maar ik heb het geld niet in mijn zak gestopt.”
“Gaat niet door!”
“Dit is niet mijn handschrift. Ik vind het ook een heel gekke situatie. Hier zou iemand een parkeervergunning voor bewoners vragen, die betalen, vervolgens zou de vergunning niet nodig zijn en wil hij zijn geld terug. Ik kan me zo’n situatie niet herinneren. Ik zie ook dat het A4’tje niet getekend is. Dit klopt niet.”
Ik vermoed dat ik niks terug omhoog heb gehad en dat deze bewonersvergunning met bezoekersuren niet is doorgegaan.”
“Hier is geen geld omhoog gekomen, dus is er ook geen geld naar beneden gegaan. Dit is gewoon een registratie.”
“Dit is heel raar, Dit is na sluitingstijd gebeurd, want wij sluiten om 14:00 uur. Ja, het is op mijn naam. U zegt dat er geen betaling aan de balie is, en dat er toch geld wordt retour geboekt. Dit geld is naar beneden gegaan. U zegt dat de balie dicht was. Misschien was het toen heel druk. Dit is inderdaad raar. Het kan zijn dat Lena toen net bij ons werkte. Het is zo dat Lena toen enige tijd op mijn naam gewerkt heeft. Het zou kunnen dat zij de boeking heeft gedaan, maar het kan ook zijn dat ik de boeking gedaan heb. Ik begrijp het probleem. U hebt ordners vol met baliebonnen die niet kloppen. Wat moet ik zeggen? Het is gebeurd, maar ik heb gewoon mijn werk gedaan.”
U zegt dat er geen plusbetaling is, naar dat er wel wordt teruggeboekt. Het zou kunnen dat er niet betaald is op de 5e, maar dat de persoon op een andere dag aan de balie stond.”
“Ik weet niet wat er gebeurd is. Het zou kunnen dat dit eerder op een andere dag plus is geboekt.”
“Ik weet het niet. We hadden dagdeelvergunningen. Die waren bijna op. Er moest besteld worden. We hadden een afspraak dat er niet meer dan 20 per adres verkocht mochten worden, We hadden een beperkte afgifte. Het moet daarmee te maken hebben, maar ik weet nu niet meer in welke hoedanigheid.”
Beslissing
.De uitspraak is gedaan op 24 april 2020.