ECLI:NL:RBDHA:2020:8270
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder weigert verblijfsvergunning asiel op basis van Dublinverordening; medische zorg in Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat Italië niet kan worden vertrouwd op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, gezien de tekortkomingen in het Italiaanse opvangsysteem voor asielzoekers. Tijdens de zitting op 20 augustus 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. Eiser heeft zijn medische situatie uiteengezet, waarbij hij stelt dat hij kwetsbaar is door zijn handicap en dat hij niet zonder extra garanties aan Italië kan worden overgedragen. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan van de goede werking van het Italiaanse asiel- en opvangsysteem. Eiser heeft niet aangetoond dat er sprake is van systematische tekortkomingen die zijn overdracht aan Italië onaanvaardbaar zouden maken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de medische zorg in Italië vergelijkbaar is met die in Nederland en dat er geen belemmeringen zijn voor de overdracht. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Maas, griffier.